Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uw Meter En Lancetapparaat Reinigen; De Batterijen Vervangen - Arkray GLUCOCARD X-mini plus Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 8 Controletest
Deze meter controleert zichzelf telkens wanneer u een teststrip plaatst. U hoeft
niet regelmatig een controletest uit te voeren. Doe een controletest indien:
■ U het vermoeden hebt dat de meter of de teststrips niet naar behoren
werken.
■ U de meter hebt laten vallen.
■ U de meter hebt beschadigd.
■ Uw testresultaten niet overeenkomen met hoe u zich voelt.
■ U de prestaties van de meter en de teststrips wilt controleren voordat u een
bloedglucosetest uitvoert.
OPMERKING
Gebruik uitsluitend de controle-oplossing, GLUCOCARD™ X-METER
CONTROL, om uw meter en de teststrips te testen
LET OP
■ Gebruik controle-oplossingen niet na de uiterste gebruiksdatum. De
uiterste gebruiksdatum staat vermeld op de flacons met
controle-oplossingen achter de tekst "Exp.".
■ Laat de meter en teststrips bij
10 tot 40°C (50 tot 104°F) en 20 tot 80% relatieve luchtvochtigheid
en de controle-oplossing bij
22 tot 28°C (72 tot 82°F)
gedurende ten minste 30 minuten rusten voordat u de controletest
uitvoert.
■ De controle-oplossing niet opdrinken. Deze is niet bestemd voor
menselijke consumptie.
■ Houd de controle-oplossing uit de buurt van huid en ogen. Contact kan
tot ontstekingen leiden.
1. Zie stappen 1 en 2 in hoofdstuk 2.7.
2. Selecteer de markering voor controletest.
U kunt, als alternatief, de markering voor controletest
aanbrengen nadat het testresultaat is weergegeven op het scherm.
Testresultaten met de markering voor controletest maken geen onderdeel uit
van uw gemiddelde resultaten.
3. Controleer of het bloedsymbool knippert op het scherm.
4. Breng een druppeltje controle-oplossing aan op het puntje van de
teststrip.
De test wordt niet gestart als u uw controle-oplossing
rechtstreeks op het controlevenster aanbrengt.
De test wordt gestart zodra de meter de
controle-oplossing detecteert. De meter telt af van 5 tot 1
tijdens de test.
OPMERKING
■ Sluit de flacon met de controle-oplossing goed af.
■ Raak de teststrip niet aan nadat het aftellen van de meter is gestart.
5. Controleer of uw testresultaat zich binnen het acceptabele bereik
bevindt.
Het acceptabele bereik wordt weergegeven in de bijsluiter van het pakket dat
wordt meegeleverd met de controle-oplossing. Als het testresultaat zich binnen
het bereik bevindt, werken de meter of de teststrips naar behoren. Als het
testresultaat niet binnen het bereik valt, test u de controle-oplossing opnieuw.
LET OP
Als u nog steeds testresultaten hebt die buiten het acceptabele bereik
vallen, stopt u met het gebruiken van uw meter, de teststrips en
controle-oplossingen, en neemt u contact op met uw distributeur.
6. Verschuif de hendel voor het verwijderen van teststrips om de
teststrip uit te werpen.
De meter schakelt zichzelf uit.
Hoofdstuk 9 Verzorging van de meter
9.1 Uw meter opbergen
Sluit na gebruik de flacon met teststrips en de flacon met de controle-oplossing
goed af met de bijbehorende doppen om de kwaliteit van de producten op peil
te houden.
Berg uw meter, de teststrips, de controle-oplossingen en de handleidingen op
in uw draagtas en bewaar deze op een droge plek. De juiste
bewaartemperatuur bedraagt 0 tot 50°C (32 tot 122°F) voor de meter en 1 tot
30°C (34 tot 86°F) voor de teststrips en controle-oplossingen. Niet invriezen.
Hitte, vocht en direct zonlicht vermijden.
LET OP
Als u nauwkeurige testresultaten wilt verkrijgen:
■ Gebruik teststrips of controle-oplossingen niet als de flacon gebroken is
of open heeft gestaan.
■ Gebruik de teststrips of controle-oplossingen niet na de uiterste
gebruiksdatum.

9.2 Uw meter en lancetapparaat reinigen

Uw meter en lancetapparaat vereisen geen speciale reiniging. Als uw meter en
lancetapparaat vuil worden, veegt u deze schoon met een zachte doek die is
bevochtigd met water. U kunt deze items na de reiniging desinfecteren door ze
af te vegen met een zachte doek die is bevochtigd met 70% ethanol, 70%
isopropanol of een verdund huishoudelijk bleekmiddel (0,05%
natriumhypochlorietoplossing).

9.3 De batterijen vervangen

Als het batterijsymbool wordt weergegeven op het scherm, zijn
de batterijen bijna leeg. Vervang de batterijen voordat u de
meter gaat gebruiken. Resultaten uit het verleden blijven in het
geheugen staan, zelfs als de batterijen worden vervangen.
OPMERKING
Uw meter maakt gebruik van twee CR2032 3V-lithiumbatterijen. Dit type
batterijen is in een groot aantal verschillende winkels verkrijgbaar. Houd te
allen tijde reservebatterijen bij de hand.
U hoeft de datum en tijd niet in te stellen als u binnen 1 minuut na het
verwijderen van de oude batterijen nieuwe exemplaren plaatst. Zelfs als u de
batterijen binnen 1 minuut vervangt, stopt de klok van uw meter mogelijk
indien:
■ De batterijen niet spoedig worden vervangen nadat het batterijsymbool
wordt weergegeven.
■ De batterijen ondersteboven worden geplaatst.
■ U de metalen onderdelen binnen in de meter aanraakt met handen of
metaal.
1. Controleer of de meter is uitgeschakeld.
2. Pak het riemoogje met het puntje van uw vinger beet
en trek het open.
3. Verwijder de batterijen.
4. Plaats de nieuwe batterijen in de batterijhouder met de
"+"-zijde naar boven.
OPMERKING
Als de batterijen ondersteboven worden geplaatst, werkt
de meter niet.
5. Sluit de batterijhouder.
6. Het scherm "SET" wordt weergegeven als de tijd is gereset. Als dit scherm
wordt weergegeven, stelt u de juiste tijd in. Raadpleeg het stroomdiagram
voor de instellingsmodus in hoofdstuk 7. Als u de tijd niet instelt, worden alle
daaropvolgende testresultaten opgeslagen met 12:00 AM of 00:00 als tijd.
Gooi oude batterijen weg in overeenstemming met uw
plaatselijke milieuvoorschriften.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave