De reedcontacten in de loopdeurschakelaar worden geschakeld via een permanente
magneet.De deurbesturing evalueert de schakeltoestanden van de contacten onafhankelijk
van elkaar.
Bij defect verschijnt de foutmelding "F1.7".
Crashschakelaar als verbreek- of maakcontact
De crashschakelaar meldt wanneer de deur zich buiten de geleiding bevindt.
Wordt het schakelcontact bediend, dan volgt een STOP, een foutmelding "F4.5" en een
omschakeling naar de deurmodus "Dodeman". Een deurbeweging is alleen met het
toetsenbord van de behuizing van de deurbesturing mogelijk. De dodemansmodus is bij de
frequentieomvormer alleen bij kruipsnelheid mogelijk.
Het terugstellen van de foutmelding "F4.5" is alleen mogelijk in de eindpositie OPEN door de
STOP-toets van de deurbesturing 3 seconden in te drukken of door het uit- en inschakelen
van de netspanning. De foutmelding "F4.5" treedt weer op als het schakelcontact verder
bediend wordt.
X2: Ingang sluitkantbeveiliging
De deurbesturing herkent automatisch drie verschillende sluitkantbeveiligingen ter beveiliging
van de sluitbeweging van de deurvleugel.
Belangrijk!
Bij de aansluiting van sluitkantbeveiligingen de norm EN 12978 in acht nemen!
Deurmodus "Dodeman" bij defecte sluitkantbeveiliging altijd mogelijk
Elektrische sluitkantbeveiliging
De ingang voorzien voor een elektrische sluitkantbeveiliging (NO) met een aansluitweerstand
van 8K2 (+/-5% en 0,25W).
Bij kortsluiting verschijnt de foutmelding „F2.4".
Bij een onderbroken stroomcircuit verschijnt de foutmelding „F2.5".
32