Advertenties
De Thermokoppelsensor kan direct worden aangesloten op analoge BT-ingangen
van CMA-interfaces. De sensorkabel BT - IEEE1394 die nodig is om de sensor aan te
sluiten op een interface wordt niet meegeleverd met de sensor en moet apart
worden aangeschaft (bestelcode BTsc_1).
Sensor herkenning
De Thermokoppelsensor 0135i heeft een geheugenchip (EEPROM) met informatie
over de sensor: naam, gemeten grootheid, eenheid en ijking. Deze informatie wordt
via een simpel protocol (I
2
C) uitgelezen door de CMA interfaces en de sensor wordt
bij aansluiten op deze interfaces automatisch herkend.
Merk op dat voor het thermokoppel elk van de meetbereiken zijn eigen EEPROM-
informatie heeft. Het geselecteerde sensorbereik, aangegeven door een
schakelaar, bepaalt welke informatie wordt gebruikt. Voor een correcte
bereikdetectie selecteert u eerst het gewenste bereik van de sensor en sluit u de
sensor vervolgens aan op uw interface.
Als uw thermokoppelsensor niet automatisch wordt gedetecteerd door een
interface moet u uw sensor handmatig instellen door deze te selecteren uit de
Coach sensor bibliotheek.
Calibration
Het CMA Thermokoppel BT86i wordt gekalibreerd geleverd. De uitgang van de
sensor is ongeveer lineair ten opzichte van de temperatuur. Dit betekent dat de
gevoeligheid van het thermokoppel vrijwel constant is. Deze varieert licht met de
temperatuur, bijv. bij 0 °C is de gevoeligheid 39,5 μV/ °C, bij 100 °C 41,4 μV/ °C en
bij 1000 °C is deze 38,9 μV/ °C.
De meegeleverde kalibratiefuncties zijn:
• Meetbereik -200 .. 1300 °C:
• Meetbereik -20 .. 110 °C:
Het CMA Coach-programma maakt het mogelijk om te kiezen tussen de kalibratie
geleverd door het sensorgeheugen (EEPROM) of de kalibratie opgeslagen in de
Coach Sensor Bibliotheek.
Voor het kleine temperatuurbereik (-20 ... 110 °C) zijn de kalibratie in EEPROM en de
kalibratie in de Coach Sensor Library identiek. De kalibratie is een lineaire functie,
die de werkelijke kalibratiecurve benadert met een fout van minder dan 1°C.
Voor het grote temperatuurbereik (-200 ... 1300 °C) is de kalibratie in EEPROM een
lineaire functie, die de werkelijke kalibratiecurve benadert met een fout van minder
dan 7 °C in het bereik -60 ... 1100 °C. Buiten dit temperatuurbereik vertoont de fout
een sterke stijging. De kalibratie in de Coach Sensor Library geeft een zeer goede
benadering over het gehele temperatuurbereik -200 ... 1300 °C. De fout is altijd
minder dan 3 °C.
BT86i Gebruikershandleiding Thermokoppelsensor | 3
T (°C)= 316.9 * V
(V) – 221.0
uit
T(°C)= 29.093 * V
(V) – 26.33
out
Onder zijn de kalibratiegrafiek en de kalibratietabel van de in de Coach Sensor
Bibliotheek gebruikte punt-naar-punt kalibratie (grafiek en tabel) gegeven.
Praktische informatie
De thermokoppeldraad is geïsoleerd met een glasmantel. De draad is ongeveer een
meter lang. De Chromegadraad™ is in groene isolatie (positief) en de Alomega™
draad is in witte isolatie (negatief). Het thermokoppel geeft een positief
potentiaalverschil wanneer de warme las temperatuur hoger is dan de koude las
temperatuur, die meestal de kamertemperatuur is.
Het thermokoppel heeft een typisch bereik van -200 °C tot 1250 °C.
Voor lange metingen is de maximale temperatuur beperkt tot 870 °C. Bij
werkzaamheden boven 480 °C wordt de isolatie beschadigd, maar dit heeft normaal
gesproken geen nadelige invloed op de werking van het thermokoppel.
Het thermokoppel kan beschadigd raken als het wordt gebruikt in aanwezigheid van
zwavel of onder reducerende omstandigheden.
Snelle temperatuursveranderingen meten
Het tempo waarmee het thermokoppel de omgevingstemperatuur aanneemt is
moeilijk exact aan te geven, omdat deze afhangt van een groot aantal factoren.
Indien het thermokoppel kan afkoelen in stilstaande lucht, zal het thermokoppel in
ca. 16s afkoelen tot het verschil met de kamertemperatuur is teruggelopen tot 37%,
maar in snel bewegende lucht zal dit afkoelproces in ca. 1s plaatsvinden. In vloeistof
worden temperatuursverandering vrijwel instantaan gevolgd.
4 | BT86i Gebruikershandleiding Thermokoppelsensor
Advertenties
