Beschrijving
De CMA Thermokoppelsensor BT86i meet
temperaturen in twee bereiken:
- 200 ... 1300 °C (grote bereik), en
T
BT86i
HERMOKOPPELSENSOR
-20 ... 110 °C (smal bereik).
G
Deze bereiken worden geselecteerd met
EBRUIKERSHANDLEIDING
behulp van de schakelaar die op de zijkant van
de sensorbehuizing naast de
thermokoppeldraad is geplaatst.
De sensor maakt gebruik van een thermokoppel van het type K. Het thermokoppel
bestaat uit Chromega™ (Nikkel - Chroom) en Alomega™ (Nikkel - Aluminium)
draden die aan één kant aan elkaar gelast zijn om een (hete) meetlas te vormen. De
andere uiteinden van de draden vormen de zogenaamde koude las. De
temperatuur bij het meetpunt van een thermokoppel wordt bepaald door het
meten van de spanning die verschijnt bij het koude las van het thermokoppel.
Aangezien de door het thermokoppel geproduceerde spanning een functie is van
het temperatuurverschil tussen deze twee knooppunten, moet de absolute koude
las temperatuur bekend zijn om nauwkeurige temperatuurmetingen te kunnen
uitvoeren.
De koude las temperatuur wordt gemeten door een ingebouwde
temperatuursensor. Het signaal van deze sensor wordt opgeteld bij het
thermokoppelspannings signaal. Een dergelijke automatische koude-las
temperatuur compensatie ('Cold Junction Temperature' CJT) is een methode die
wordt gebruikt om nauwkeurige temperatuurmetingen door het thermokoppel te
verkrijgen, zelfs wanneer de temperatuur bij de sensor behuizing varieert.
De thermische spanning varieert tussen -5,9 mV bij -200 °C en +52,4 mV bij 1300
°C. Dit signaal wordt 76,45x versterkt en gefilterd met een laagdoorlaatfilter (6 Hz).
Voor het kleine temperatuurbereik (-20 ... 110 °C) wordt het signaal weer 11,06x
versterkt.
Laagbandfilter
Thermokoppel
Versterking
V
25 ms (6,4 Hz)
uit
& CJT
76,45x
CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES
Versterking
https://www.cma-science.nl
11,06x
Figuur 1. Het Blokschema van de thermokoppelsensor.
2 | BT86i Gebruikershandleiding Thermokoppelsensor