N
—Selecteer Aan om de netwerkverbinding te activeren. Selecteer Uit om
ETWERK
de netwerkverbinding uit te schakelen. Druk op
activeren. Zie "NETWERK" op pagina 42.
NETWERK
Via het menu Netwerk kunt u de instellingen voor de netwerkverbinding
configureren.
DHCP—Als er een DHCP-server bestaat op het netwerk waarop de projector is
aangesloten, wordt het IP-adres automatisch opgehaald wanneer u DHCP Aan
selecteert. Als DHCP Uit is, stelt u IP-adres, Subnetmasker en Gateway
handmatig in. Gebruik
en Gateway te selecteren. Druk op Enter om elk nummer te bevestigen en gebruik
vervolgens
IP-
—Wijst het IP-adres automatisch of handmatig toe aan de projector die
ADRES
op het netwerk is aangesloten.
S
—Configureer het subnetmasker van de netwerkverbinding.
UBNETMASKER
G
—Controleer het Gateway-adres bij uw netwerk/systeembeheer als u dit
ATEWAY
handmatig configureert.
DNS—Controleer het IP-adres van de DNS-server bij uw netwerk/systeembeheer
als u dit handmatig configureert.
O
—Druk op
PSLAAN
op te slaan.
N
ETWERK OPNIEUW INSTELLEN
stellen.
42
Uw projector gebruiken
om het nummer voor het IP-adres, Subnetmasker
om het volgende item in te stellen.
om de wijzigingen aan de netwerkconfiguratie-instellingen
—Selecteer Ja om de netwerkconfiguratie opnieuw in te
om het menu Netwerk te