Verhelpen van problemen
Voordat u assistentie aanvraagt, voert u de volgende controles uit. Als u over bepaalde controles twijfels heeft,
of als de oplossingen het probleem niet verhelpen, raadpleeg dan uw verkoper voor instructies.
Geluids- en audiovolume
Er is geen geluid.
• Controleer of de oortelefoon en het Bluetooth
• Controleer of er muziek speelt op de Bluetooth
• Controleer of de oortelefoon ingeschakeld is en het volume niet te laag staat.
• Koppel en verbind het Bluetooth
• Controleer of de Bluetooth
muziek luisteren" (
l
Het volume is te laag.
• Verhoog ook het volume op het Bluetooth
• Controleer na het gebruik of er geen oorsmeer, vuildeeltjes, enz. op de oorstukjes van de oortelefoon vastzitten.
Verwijder de oorstukjes van het hoofdtoestel (oortelefoon) en raadpleeg "Oortelefoon/Oorstukjes" (
reinigen.
Het geluid afkomstig van het apparaat wordt onderbroken. / Teveel lawaai. / Geluidskwaliteit is slecht.
• Geluid kan onderbroken worden als signalen geblokkeerd zijn. Bedek de oortelefoon niet geheel met de palm van uw
hand, enz.
• het apparaat kan buiten het communicatiebereik van 10 m zijn. Breng het apparaat dichter bij de oortelefoon.
• Verwijder ieder obstakel tussen de oortelefoon en het apparaat.
• Schakel ieder draadloos LAN-apparaat uit wanneer niet in gebruik.
®
Bluetooth
inrichtingverbinding
Het apparaat kan niet aangesloten worden.
• U kunt maximaal 10 Bluetooth
maximum overschreden is, wordt over vorige apparaten heen geschreven. Om de apparaten waar overheen
geschreven is opnieuw te gebruiken, voert u het koppelen opnieuw uit.
• Wis de koppelingsinformatie voor dit toestel vanaf het Bluetooth
Telefoonoproepen
De stem van de persoon aan de andere kant van het gesprek is zacht.
• Verhoog ook het volume op het Bluetooth
Kan geen oproep maken.
• Controleer of de Bluetooth
zie "Naar muziek luisteren" (
®
voor de Bluetooth
ingeschakelde telefoon.
• Controleer de audio-instellingen op de Bluetooth
communicatie met dit toestel toestaat. (
®
apparaat en de oortelefoon opnieuw. (
®
compatibele inrichting "A2DP"-profiel ondersteunt. Voor details over profielen, zie "Naar
17). Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing voor de Bluetooth
®
apparaat, niet alleen op de oortelefoon.
®
apparaten met de oortelefoon koppelen. Wanneer u een apparaat koppelt nadat het
®
apparaat, niet alleen op de oortelefoon.
®
compatibele inrichting "HSP"- of "HFP"-profiel ondersteunt. Voor details over profielen,
l
17) en "Een telefoongesprek voeren" (
l
15)
Andere
®
apparaat correct verbonden zijn. (
®
inrichting.
®
toestel, koppel deze vervolgens opnieuw. (
®
compatibele telefoon en verander de instelling als die geen
23
l
15)
l
15)
®
compatibele inrichting.
l
18). Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing
l
3) om ze te
l
15)