GEBRUIKS- EN
ONDERHOUDSHANDLEIDING
Door te vereenvoudigen:
ZONE 2 en ZONE 3 zijn gebieden waar de wind soms de rook terug in hun buizen duwt, wat kan leiden tot inversies van de tocht.
Zones 2 en 3 in verticale of horizontale configuratie moeten een gesloten verbrandingscircuit hebben en gedekt zijn door de D TA's voor de
evacuatiesystemen voor verbrandingsproducten en pellettoestellen.
De horizontale situatie is alleen toegestaan in het geval van installatie in een bestaande accommodatie. Ongeacht de gekozen ruimte moet de installateur
ervoor zorgen dat de afstand van de installatie tot brandbare materialen varieert naar gelang het type kanaal. In het algemeen moet de installateur een
installatie aanbevelen die aan de eisen van zone 1 voldoet.
De horizontale situatie is alleen toegestaan in het geval van installatie in een bestaande accommodatie. Ongeacht de gekozen ruimte moet de installateur
ervoor zorgen dat de afstand van de installatie tot brandbare materialen varieert naar gelang het type kanaal. In het algemee n moet de installateur een
installatie aanbevelen die aan de eisen van zone 1 voldoet.
Niet-luchtdichte toestellen moeten worden geïnstalleerd met een rookkanaal conform NF DTU 24.1 overeenkomstig het decreet van 22 oktobe r 1969.
4.8 – ROOKGASSEN
Het rookkanaal of de rookafvoer is het fundamentele element voor de goede werking van de kachel en moet voldoen aan de normen.
Het gedeelte van het schoorsteenkanaal moet worden gedimensioneerd in functie van de technische kenmerken van de kachel, de
typologie en de plaats van installatie.
GEBRUIK ALLEEN BUIZEN EN HULPSTUKKEN MET VOLDOENDE VERBINDINGEN OM EEN ABSOLUTE AFDICHTING TE
.
GARANDEREN.
Zodra de plaats van installatie is gekozen, moet, rekening houdend met de veiligheidsafstanden, kan de route van het rookafvoerkanaal worden
bepaald.
De buizen voor de afvoer van rook moeten stijf zijn, gemaakt van gegalvaniseerd staal (min. dikte 0,5mm) of roestvrij staal (min. dikte
0,5mm) met een diameter van 8 cm met afdichtingsringen (tot 10 meter lengte). Het is aan te raden de buis te isoleren met
isolatiemateriaal of een dubbelwandige rvs buis te gebruiken. Het eerste verticale deel, mits binnenkamers, kan eventueel zonder isolatie
zijn. Het is absoluut noodzakelijk dat het eerste deel verticaal is over een minimum van 1,5 meter om een goede rookafvoer te
garanderen. Het kanaal mag niet meer dan twee bochten hebben, waarvoor 45° bochten worden gebruikt. De buizen moeten zo worden
aangesloten dat de vrouwelijke aansluiting zich aan de onderkant bevindt om te voorkomen dat er condenswater buiten het kanaa l
afvloeit. Op elke aansluiting worden afdichtingen aangebracht om de rook- en condenswaterafvoer af te dichten. Voor horizontale en
verticale richtingsveranderingen in het rookkanaal moeten "T"-aansluitingen met dop worden gebruikt. De lengte van de horizontale
delen mag maximaal 2 meter bedragen; ze moeten 3 tot 5% naar boven worden gekanteld. Het kanaal moet aan de muur worden
bevestigd met behulp van de daarvoor bestemde muurbeugels. Het rookafvoerkanaal mag in geen geval worden aangesloten:
-
in een schoorsteenkanaal dat samen met andere verwarmingstoestellen (ketels, kachel, schoorsteen) wordt gebruikt
-
naar een luchtafvoersysteem (dampkap, ontluchting, etc.), dezelfde buis. Het is verboden om afsluit- en trekkleppen te installeren.
13
Manuele utente 03 // 2018