Jaloeziemanagement
6.
Aansluitschema regendetectie
L
(232ME)
5.2.
Aansluiting regendetectie
Via een geschakelde netfase (L) kan de relaisuitgang "Regen/Rain"
de impulsgever-ingang (klem 1
232 ME aansturen, om b.v. een dakraam te sluiten, wanneer het
regent.
Via de relaisuitgang "Alarm" kan b.v. men behulp van een signaallamp
een alarm gesignaleerd worden. (zie hfdst. Alarmfunctie)
Aansluitschema jaloezie
L
Aansluiting jaloezie
Voeding van de relaiscontacten geschiedt met een netfase (L).
Zonweringsregeling: Om de aangesloten jaloeziebesturing bij onneschijn
neer te laten, worden de relaisuitgangen
ingangen (klem 1
Windbewaking Om de jaloezieën bij te sterke wind omhoog in de
veiligheidsstand te sturen, worden de relaisuitgangen Wind 1 t/m 3 op de
impulsgever-ingangen (klem 2
aangesloten.
Verdere informatie over de aansluiting van de 232 ME leest u in de
bijgeleverde documentatie.
De uitgangen zijn vast toegewezen aan de hemelsrichtingen
(OST (oost) =
1, SÜD (zuid) =
ALARM
+AC/DC 24V- Kombisensor
Regen/Rain
pi
2
1
ALARM
5
M
) van een motorregelmoduul
OST
SÜD
WEST
M
M
M
5
5
5
(3 x 232 ME)
1
2
1
2
1
2
1
3
2
Wind-1
) van de motorregelmodules 232 ME aangesloten.
) van de motorregelmodules 232 ME
2, WEST =
Weerstation
Art. nr.: WSK100REG
ye wh br
gy
gr
Wind-3
Wind-2
1 t/m
3 op de impulsgever-
3) .
3