Pagina 1
Systeemschakeleenheid, Systeemsensor 180 Systeemschakeleenheid Art. nr. : WL 2200 WW Systeemsensor 180 Art. nr. : WS 180 WW Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële schade mogelijk. Handleiding volledig doorlezen en aanhouden.
Pagina 2
Systeemschakeleenheid, Systeemsensor 180 Afbeelding 2: Systeemsensor 180° (1) Systeemvermogensdeel opbouw (2) Status-LED vermogenseenheid (3) Schroeven deksel behuizing (4) Status-LED systeemsensor (5) Centraalschroef (6) Systeemsensor 180° (7) Sensorvenster 3 Functie Correct gebruik Automatisch schakelen van elektrische lasten gedurende een instelbare tijd bij onderschre- den helderheidsdrempel.
Pagina 3
Systeemschakeleenheid, Systeemsensor 180 Afbeelding 3: Registratiezone systeemsensor 180° Afbeelding 4: Reikwijdte systeemsensor 180° Automatisch bedrijf Systeemsensoren (toebehoren) registreren warmtebewegingen van personen, dieren of objec- ten en geven dit door aan de vermogenseenheid. De actuele helderheidswaarde wordt van slechts een systeemsensor aan de vermogenseenheid overgedragen. Het licht wordt ingeschakeld, wanneer de bewaakte zone wordt betreden en de ingestelde helderheidsdrempel is onderschreden.
Systeemschakeleenheid, Systeemsensor 180 4 Informatie voor elektromonteurs 4.1 Montage en elektrische aansluiting GEVAAR! Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan. Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben. Voordat werkzaamheden aan de vermogenseenheid of de last worden uitge voerd, moeten alle bijbehorende installatieautomaten worden vrijgeschakeld.
Pagina 5
Systeemschakeleenheid, Systeemsensor 180 Rekening houden met bewegingsrichting. Montagehoogte vastleggen. Vermogenseenheid monteren De beide schroeven (3) losmaken en deksel behuizing afnemen (afbeelding 1). i De maximale doorsnede van de netkabel mag bij invoer aan de achterzijde niet groter zijn dan 11 mm en van onderen niet groter dan 13 mm. Afbeelding 6: Aansluitruimte vermogenseenheid Bij invoer van de netkabel aan de achterzijde de rubberen tule (10) doorbreken (afbeel- ding 6).
Pagina 6
Systeemschakeleenheid, Systeemsensor 180 Afbeelding 7: Aansluiting van de vermogenseenheid Iedere korte bediening van de installatiedrukknop T, verbreekcontact, activeert een schakeling van de vermogenseenheid (afbeelding 7). Afbeelding 8: Hotelschakeling Aanwezige wisselschakelaars kunnen door installatiedrukknop T, verbreekcontact, worden ver- vangen (afbeelding 8). 32529513 6/13 17.04.2014...
Pagina 7
Systeemschakeleenheid, Systeemsensor 180 Afbeelding 9: Parallelschakeling met trappenhuisautomaat resp. piekstroomschakelaar. De verlichting wordt of door de trappenhuisautomaat (13) of door de vermogenseenheid in com- binatie met systeemsensoren ingeschakeld (afbeelding 9). Systeemsensoren monteren Afbeelding 10: Systeemsensor openen Sensorkop naar beneden kantelen en de centraalschroef (5) losmaken. 32529513 7/13 17.04.2014...
Pagina 8
Systeemschakeleenheid, Systeemsensor 180 Afbeelding 11: Aansluitdoos systeemsensor Condensgat (14) in de bodemplaat openen, behalve bij montage in stoffige ruimten (afbeel- ding 11). Afbeelding 12: Montage op vlakke wand Aansluitdoos met 2 schroeven zodanig op de wand monteren, dat het condensgat onder ligt (afbeelding 12).
Pagina 9
Systeemschakeleenheid, Systeemsensor 180 Sensorstekker (15) op de contacten in de aansluitdoos steken (afbeelding 11). Sensorhuis op aansluitdoos plaatsen en met centrale schroef (5) bevestigen. Vermogenseenheid en systeemsensoren samenschakelen. Afbeelding 13: Systeemsensoren parallel schakelen Afbeelding 14: Systeemsensoren stervormig bedraden De bedrading van de systeemsensoren kan parallel (afbeelding 13) of stervormig (afbeel- ding 14) worden uitgevoerd.
Systeemschakeleenheid, Systeemsensor 180 i Aansluiting van meerdere vermogenseenheden op één systeemsensor is niet toegestaan. Er treedt storing op. Ter vergroting van het aansluitvermogen een relais toepassen. 4.2 Inbedrijfname Vermogenseenheid configureren Met drie instellers in de aansluitruimte van de vermogenseenheid kan de nalooptijd, de helder- heidsdrempel en indien nodig een dwangmatige uitschakeling na 90 minuten worden ingesteld.
Pagina 11
Systeemschakeleenheid, Systeemsensor 180 Registratiezone voor iedere systeemsensor afzonderlijk afpassen, daarbij op een goede registratie en storingsbronnen letten (zie registratiezone beperken). Na de inbedrijfname van de systeemsensoren de instellers MIN, LUX en LIMIT voor nor- maal bedrijf instellen. Registratiezone beperken Met de opsteekplaat (22) kunnen ongewenste registratiezones worden onderdrukt. Zie (afbeel- ding 16) en (afbeelding 17).
Wij bieden garantie in het kader van de wettelijke bepalingen. Verzendt het apparaat s.v.p. met een beschrijving van de fout aan onze centrale klantenservice. ALBRECHT JUNG GMBH & CO. KG Volmestraße 1 58579 Schalksmühle Telefon: +49.23 55.8 06-0 Telefax: +49.23 55.8 06-2 04...