De beelden worden afgedrukt op volgorde van
bestandsnummer.
U kunt maximaal 998 beelden selecteren.
Als [Afdruktype] is ingesteld op [Beide], kan het aantal
afdrukken worden ingesteld. Als deze optie is ingesteld op
[Index], kan het aantal niet worden ingesteld (er word
slechts één afdruk gemaakt).
De afdrukmethode instellen
Stel de afdrukmethode in en selecteer vervolgens de afbeelding(en) die
u wilt afdrukken. U kunt de volgende afdrukinstellingen selecteren:
Afdruktype
Datum (Aan/Uit*)
File No. (Aan/Uit*)
Wis DPOF data (Aan*/Uit)
1
Schuif de modusschakelaar naar
(Weergeven)
[Print instellingen].
2
Selecteer [Afdruktype], [Datum], [File No.]
of [Wis DPOF data] en geef vervolgens de
instellingen op.
92
Standaard* Eén beeld per pagina afdrukken.
De geselecteerde beelden worden verkleind
Index
afgedrukt in de vorm van een index.
De beelden worden standaard en ook als
Beide
index afgedrukt.
De datum wordt ook afgedrukt.
Het bestandsnummer wordt ook afgedrukt.
Hiermee worden alle afdrukinstellingen
gewist nadat de beelden zijn afgedrukt.
Zie Menu's en instellingen
*Standaardinstelling
Menu (Print)
(p.
26).