De belichting aanpassen met metingen
1
Tik op
terwijl u de camera gebruikt.
2
Tik op Meer > Lichtmeting.
3
Selecteer een belichtingsoptie en sluit het instellingenmenu. De instelling
wordt opgeslagen.
4
Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de modus Handmatig van de hoofdcamera.
Meetinstellingen
Gezicht
Meet de hoeveelheid licht op een gezicht en past de belichting aan zodat het
gezicht niet te donker of te licht is
Midden
Bepaalt het midden van de foto en stelt de belichting in op basis van de
helderheid van het voorwerp
Punt
Past de belichting aan voor een klein onderdeel van het voorwerp
Aanraken
Hiermee kunt u het scherm aanraken om aan te geven voor welk voorwerp of
gebied de belichting moet worden geoptimaliseerd
Correct scherpstellen
De camera stelt automatisch scherp en detecteert automatisch gezichten in alle
opnamemodi. De camera kan ook een bewegend voorwerp detecteren en volgen.
Een geel kader geeft aan op welk gezicht of bewegend voorwerp wordt
scherpgesteld.
U kunt ook op het scherm tikken om scherp te stellen op een bepaald gebied of
om een bepaalde scherpstelafstand in te stellen. Deze opties zijn uitsluitend
beschikbaar voor de hoofdcamera en zijn afhankelijk van de geselecteerde
opnamemodus.
De scherpstelafstand instellen
1
Tik op
.
2
Tik op
.
3
Tik de schuifregelaar om de scherpstelafstand in te stellen.
4
Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
5
Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de modus Handmatig van de hoofdcamera.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
88