8 Storing
8.1 Storingsanalyse
Wanneer de regeling in het toestel een storing detecteert, wordt dit op het display weergegeven door middel van
een sleutelsymbool eventueel samen met een storingsnummer.
Het toestel maakt onderscheidt tussen een storing waarbij het toestel nog (beperkt) blijft functioneren en een
ernstige (vergrendelende) storing waarbij beide ventilatoren worden uitgeschakeld.
8.2 Display codes
Niet vergrendelende storing
Wanneer het toestel een niet vergrendelende storing signaleert dan zal het toestel nog (beperkt) functioneren. Op
het (permanent verlicht) display wordt het storingssymbool weergegeven. Druk op storingsymbool voor uitleg/
oplossing storing.
Dit scherm kan weer worden verlaten door op de "Home" toets te drukken.
Wanneer de storing niet kan worden opgelost, neem dan contact op met uw installateur.
Vergrendelende storing
Wanneer het toestel een vergrendelende storing signaleert dan zal het toestel niet meer functioneren. Bij een
vergrendelende storing is ook het instel- en informatiemenu uitgeschakeld.
Op het (permanent verlicht) display wordt het storingssymbool (sleutel) tezamen met een storingscode
weergegeven. Op de standenschakelaar (indien van toepassing) zal de rode led knipperen. Het toestel blijft in
deze storing staan totdat het betreffende probleem is opgelost; hierna zal het toestel zichzelf resetten (Auto
reset) en keert het display terug naar de weergave van de bedrijfssituatie. Neem contact op met de installateur
voor herstel van deze storing.
Een vergrendelende storing is niet op te heffen door het spanningsloos maken van het toestel; eerst dient de
storing te worden verholpen!
Brink / 26
1. Gevraagde toevoerdebiet wordt niet gehaald
1.
1.
1. Toevoerventilator defect
Flair 225 616649-F