Grid: hiermee wordt het noorden
◦
van het grid ingesteld als
koersreferentie (0º).
Gebruiker: hiermee stelt u zelf de
◦
magnetische afwijking in.
•
Ga naar lijn/wijzer: hiermee selecteert
u hoe de koers wordt weergegeven.
◦
Peiling (klein/groot) geeft de richting
naar uw bestemming aan.
Koers geeft uw relatie tot een
◦
koerslijn die naar een bestemming
leidt.
•
Kompas: hiermee schakelt u over
van een elektronisch kompas naar een
GPS-kompas als u zich gedurende een
bepaalde periode met grotere snelheid
verplaatst. U kunt hiermee het kompas
ook uitschakelen.
•
Kalibreer kompas: hiermee kunt u het
kompas kalibreren
GPSMAP 62-serie – gebruikershandleiding
(pagina
13).
De hoofdpagina's gebruiken
hoogteprofiel
OPMERKING: de hoogteprofielpagina
is alleen beschikbaar op de GPSMAP 62s,
GPSMAP 62st, GPSMAP 62sc en GPSMAP
62stc.
De barometrische hoogtemeter
kalibreren
U kunt de barometrische hoogtemeter
handmatig kalibreren als u de juiste hoogte
of de juiste luchtdruk kent.
1. Druk op MENU op de
hoogteprofielpagina.
2. Selecteer Kalibreer hoogtemeter.
3. Volg de instructies op het scherm.
15