staat! Belangrijk!
• Het verwisselen van de vaten mag alleen in uitgeschakelde toestand
worden uitgevoerd.
• Let erop dat de bodem voldoende draagvermogen heeft.
• Voer uit veiligheidsoverwegingen geen niet-toegestane wijzigingen aan
de ethanol kachel uit.
• Laat de stookplaats niet gedurende langere tijd zonder toezicht.
• Open de deur van de verbrandingskamer uitsluitend wanneer het toestel
koud en uitgeschakeld is en alleen om de verbrandingskamer en de
verbrandingsschaal te reinigen. Het openen van de deur van de verbran-
dingskamer tijdens het gebruik leidt tot het uitschakelen van de pomp
en daarmee tot het uitgaan van de ethanolkachel! Sluit de deur weer
goed na het reinigen.
• Indien ethanol bij het verwisselen van de brandstofvaten wordt gemorst,
is het ten strengste verboden om het apparaat in te schakelen - Brand-
gevaar! Voordat de Passo E mag worden gestart, moet het gemorste
ethanol zorgvuldig worden verwijderd. Daarnaast moet de ruimte in
kwestie voldoende worden gelucht zonder dat het apparaat is ingescha-
keld, zodat al verdampt ethanol kan vervliegen.
• Wanneer de stroomkabel van dit toestel beschadigd is, moet deze door
de klantenservice of een gekwalificeerd persoon (bijv. een elektromon-
teur) worden vervangen, om risico's te vermijden.
• Indien de pomp, de brandstofleiding of de verbindingselementen niet
dicht zijn, schakelt u het apparaat direct uit of schakelt u het apparaat
niet in - Brandgevaar! Neem vervolgens contact met uw verkoper op,
zodat deze de niet dichte delen op vakkundige wijze kan verwisselen.
Probeer niet zelf een van de componenten te verwisselen.
• Aangezien het bij ethanol om een licht ontvlambare brandstof gaat, is
het aan te raden gepaste blusmiddelen (brandklasse B) klaar te hebben
om in noodgevallen snel te kunnen handelen.
• De ethanol kachel is niet geschikt voor meervoudig gebruik.
• De buitentemperatuur is ongeveer 15 °C. Er heersen ongunstige opvoer-
druk- en weersomstandigheden (bijv. mist). Deze weerstoestand komt
vooral in de lente en in de herfst voor. De verbranding kan daardoor wat
ongelijkmatig zijn en eventueel kan het venster vuiler worden dan bij
gunstige trekomstandigheden.
• Uw ethanolkachel onttrekt de verbrandingslucht aan het vertrek (van de
kamerlucht afhankelijk gebruik). Er moet voor worden gezorgd dat het
vertrek van voldoende frisse lucht wordt voorzien (raadpleeg de 'Alge-
meen aanvaarde technische regels' hierover of overleg met uw schoor-
steenveger). De installateur en de gebruiker dienen de toevoer van
verse lucht te controleren. Bij het gebruik van meerdere stookplaatsen
in één ruimte of in ruimten met een samenhangende luchtvoorziening
moet worden gezorgd voor voldoende verbrandingslucht. Bij afgedichte
vensters en deuren (bijv. in combinatie met energiebesparende maat-
regelen) kan het zijn dat de toevoer van verse lucht onvoldoende wordt
gewaarborgd. Hierdoor kan de trek van de ethanol kachel verslechteren.
Dit kan uw gezondheid en eventueel ook uw veiligheid in gevaar bren-
gen. Eventueel moet voor extra luchttoevoer een luchttoevoerklep nabij
de ethanolkachel worden ingebouwd of een verbrandingsluchtleiding van
buiten of in een goed geventileerd vertrek (maar niet de verwarmingska-
mer) worden aangelegd. In het bijzonder moet worden gegarandeerd dat
alle noodzakelijke verbrandingsluchtleidingen tijdens het gebruik van de
stookplaats open zijn. Bij gelijktijdig gebruik van een ventilatiesysteem
(bijv. afzuigkappen, badkamerventilatie enz.) in dezelfde ruimte of ruim-
ten kan de kachel minder goed functioneren (en kan er zelfs rookgas in
de woonkamer komen ondanks de gesloten deur van de verbrandings-
kamer). Daarom is gelijktijdig gebruik van dergelijke apparatuur met de
ethanol kachel niet toegestaan zonder de passende maatregelen! Als u
vragen hebt, neem dan contact op met uw schoorsteenveger.
• Ook wanneer de Passo E met een externe verbrandingsluchtleiding is
uitgerust, is de ethanol kachel niet als onafhankelijk van de kamerlucht
te beschouwen.
• Uw ethanolkachel wordt met Ø 100 mm-verbindingsstukken van
minstens 2 mm dikke staalplaat met de schoorsteen verbonden. Deze
moeten voldoen aan de 'algemeen erkende technische regels' en moe-
ten dus correct op de schoorsteen worden aangesloten. De verbinding
moet langs de kortste weg van de stookplaats naar de schoorsteen
NL 6