10
Positionering van de freesaanslagen
Afhankelijk van het machinetype en de uitrusting worden verschillende aanslagtypes gebruikt:
• Aanslag 301 (standaard voor machinetypes 245|100 en 245|200)
→ Totale en gedeeltelijke aanslag is handmatig instelbaar.
• Aanslag 302 (optie voor machinetypes 245|100 en 245|200)
→ Totale en gedeeltelijke aanslag is handmatig instelbaar.
• Aanslag 311 (optie voor machinetypes 245|100 en 245|200)
→ Totale aanslag automatisch en gedeeltelijke aanslag handmatig instelbaar.
• Aanslag 320 (standaard voor machinetype 245|300, optie voor 245|100 en 200)
→ Totale aanslag en gedeeltelijke aanslag automatisch instelbaar.
Aanslag 301
Bij dit type kunnen totale en gedeeltelijke aanslagen handmatig worden ingesteld. Voor het afstellen
worden twee schroeven van de hendel losgedraaid en wordt de aanslag met een handwiel ingesteld.
Vervolgens moeten de twee schroeven van de hendel weer worden aangedraaid. De gedeeltelijke aan-
slag wordt ingesteld via de stergreep en de noniusschaal (zie afbeelding rechts). Het handwiel van
de totale aanslag is voorzien van een display en kan tegelijkertijd worden afgelezen op het touchscreen
van de UT-300.
10.1.1 Aanslag type 301 absoluut
Figuur 15: Aanslag type 301 absoluut
• Het masker wordt gebruikt om de absolute aanslagpositie voor de totale aanslag in te stellen.
• De positie wordt benaderd via het handwiel en kan worden afgelezen in het venster "Act:".
• Voor de bediening van het digitale handwiel, zie de afzonderlijke gebruiksaanwijzing
BA_PH_245-100-300_NL in de paragraaf "Handwielinstelling voor types 301 en 302".
• Een via het programma gedefinieerd setpoint voor de gedeeltelijke aanslag wordt
weergegeven in het venster "Deel".
• De gedeeltelijke aanslag wordt handmatig ingesteld via de stergreep en de noniusschaal
(zie Illustratie rechtsboven).
Actie
Functie
Bevestiging van de setpointingang
Zwenkinrichtingen: zie sectie
BA_PH_UT300_NL_51-22.docx
10.6
17