Eerste uitgave • negende druk
Gevaarlijke situatie:
kans op botsing
Houd rekening met de stand van het uitgeschoven
platform wanneer u de machine verplaatst.
De machine moet zich op een vlakke ondergrond
bevinden of zijn vastgezet voordat u de remmen
mag vrijzetten.
Operators wordt aangeraden om een goedgekeurde
helm te dragen wanneer zij de machine bedienen.
Controleer het werkgebied op hoog gelegen
obstructies en andere mogelijke gevaren.
Pas op dat u niet bekneld raakt wanneer u de
platformveiligheidsreling vastpakt.
Houd u voor de rij- en stuurfuncties aan de
richtingpijlen met kleurcodering op de
platformbediening en de platformstickerplaat.
Bedien de machine niet als deze zich in de route
van een kraan of bovenloopmachine bevindt, tenzij
de bediening van de kraan is geblokkeerd en/of er
voorzorgsmaatregelen zijn genomen om een
mogelijke aanrijding te voorkomen.
Ga niet stuntrijden en speel geen spelletjes terwijl
u de machine bedient.
Onderdeelnr. 48735DU
Houd tijdens het rijden en
de bediening rekening met
beperkt zicht en blinde
hoeken.
Genie GS-2668 RT en Genie GS-3268 RT
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Breng het platform pas omlaag als er zich in het
gebied onder het platform geen mensen of
obstructies bevinden.
Stem de rijsnelheid af op de ondergrond, drukte,
helling, plaats waar personeel zich bevindt, en
eventuele andere factoren die tot een aanrijding
kunnen leiden.
Gevaarlijke situatie: onderdelen
kunnen beschadigd raken
Gebruik geen accu of acculader van meer dan 12V
om de motor te starten.
Gebruik de machine niet als massa bij laswerk.
Verzeker u ervan dat de hydraulische
afsluitventielen (bij de hydraulische tank) open zijn
alvorens de motor te starten.
Explosie- en brandgevaar
Start de motor niet als u LPG, benzine,
dieselbrandstof of andere explosieve stoffen ruikt
of ontdekt.
Vul geen brandstof bij terwijl de motor draait.
Vul brandstof alleen bij en laad accu's alleen in een
open, goed geventileerde ruimte uit de buurt van
vonken, vlammen of brandende tabak.
Bedien de machine niet op gevaarlijke plaatsen
of op plaatsen waar mogelijk ontvlambare of
explosieve gassen of deeltjes aanwezig zijn.
Bedieningshandleiding
5