Opzetstuk draadloos drukcontact
GIRA
Info
Gebruiksaanwijzing
Aansluiting van de sensor
i
Aanwijzingen
• De sensorkabel heeft veiligheidslaagspanning
(SELV).
Installatievoorschriften conform VDE 0100 in acht
nemen.
• Raadpleeg voor de beschrijving, montage en aan-
sluiting van het basiselement de bedieningshand-
leiding bij het „jaloeziebesturings-basiselement".
Procedure voor inbouw-montage van de sensor
(afb. F)
1. Kies voor installatie van de sensor een geschikte
kabel. Advies: J-Y(ST)Y 2x2x0,6 mm²
2. Leid de afzonderlijke draden van de sensorkabel
door de bijgeleverde isolatieslang. Steek de kabel
vervolgens samen met de isolatieslang door de
opening van het basiselement.
3. Leid de kabel door het kanaal naar de aansluit-
klem . De isolatieslang moet de afzonderlijke dra-
den vanaf de buitenste kabelisolatie tot aan de
aansluitklem omsluiten.
4. Steek de aansluitklem overeenkomstig afbeelding
F in het basiselement.
Inteachen van een draadloze zender
Bij het inteachen van een draadloze zender is de ge-
voeligheid van een draadloze ontvanger tot ca. 5 m
gereduceerd. De afstand tussen de draadloze bestu-
ringstoets en de in te programmeren draadloze zen-
der dient derhalve tussen 0,5 m en 5 m te liggen.
Opzetstuk draadloos drukcontact
Procedure voor opbouw-montage van de sensor
Versie 1 (afb. G1)
1. Leid de sensorkabel achter de voetplaat (tussen
wand en voetplaat) door de opening in het kabel-
kanaal van het basiselement.
2. Leid de kabel rechtstreeks door het kabelkanaal
naar de aansluitklem . De kabel dient precies
recht in het kabelkanaal te liggen en mag niet met
lussen naar de 230 V AC aansluitklem lopen.
3. Steek de aansluitklem overeenkomstig afbeelding
G1 in het basiselement.
Procedure voor opbouw-montage van de sensor
Versie 2 (afb. G2)
1. Leid de sensorkabel door het kabelkanaal in
het opzetstuk naar de aansluitklem in het basisele-
ment.
2. Steek de aansluitklem overeenkomstig afbeelding
G2 in het basiselement.
9/16
Blz: 3 van 6