Veiligheidsaanwijzingen Neem de aanwijzingen betreffende de voedingsspanning in acht. Er mag geen andere voeding worden gebruikt dan die in deze handleiding wordt beschreven. Normale batterijen mogen nooit worden opgeladen. In dat geval bestaat explosiegevaar! Werp batterijen niet in het vuur! Sluit batterijen niet kort! Gebruik het apparaat uitsluitend binnen en vermijd de invloeden van vocht, stof, zonnestraling en warmtebronnen.
Systeemoverzicht Energy (1) Energie- en weerdisplay Het energie- en weerdisplay is de centrale eenheid van het Outdoors Gira energie- en weersysteem en is bedoeld voor het weerge- Indoors ven van weer- en energiegegevens, die door diverse tot het Weather Home systeem behorende apparaten worden doorgegeven.
Pagina 6
(3) LED-sensor De LED-sensor meet de stroom op elektronische energiemeters en verzendt de gegevens naar het energie- en weerdisplay. Aan het energie- en weerdisplay kan een stroomsensor (stroommeet- of LED-sensor) worden toegewezen. (4) Gasmeetsensor De gasmeetsensor meet het gasverbruik bij balgengasmeters van Elster (standaard telwerk met magneetsensor) en ver- zendt de gegevens naar het energie- en weerdisplay.
Toetsfuncties Het energie- en weerdisplay wordt bediend met vier toetsen. Deze hebben binnen het configuratiemenu andere functies dan buiten dit menu. De alternatieve functie van de toetsen wordt onder op het display weergege- ven zodra het configuratiemenu is geopend. Weather Energy Unit Normale functie...
Batterijen plaatsen/vervangen Het energie- en weerdisplay wordt gevoed door twee alkalinebatterijen (1,5 V type LR06, Mignon, AA). 1. Verwijder zonodig het energie- en weerdisplay van de montageplaat. Druk daarvoor de onderste klikverbinding van het energie- en weerdis- play in met b.v. een schroevendraaier en verwijder tegelijkertijd het energie- en weerdisplay van de montageplaat.
Draadloze componenten toewijzen Om de draadloze componenten met elkaar te kunnen laten communiceren, moeten deze aan elkaar worden toegewezen. LAN-adapter toewijzen Voor het toewijzen van een LAN-adapter moet in het menu van het ener- gie- en weerdisplay het zendkanaal ("LAn1" of "LAn2") worden bepaald. Standaard is "LAn1"...
Waarom kan een sensor/adapter niet worden toegewezen? Wanneer een sensor of adapter niet aan het energie- en weerdisplay kan worden toegewezen, ligt dat mogelijk daaraan, dat er al een (onbedoelde of onjuiste) toewijzing van deze sensor of adapter bestaat. In dat geval moeten voor het toewijzen de bestaande toewijzingen zonodig worden gewist.
Instellingen in het configuratiemenu Instellingen van het energie- en weerdisplay worden uitgevoerd in het con- figuratiemenu. Onderstaande menuonderdelen zijn beschikbaar: Menu Instelmogelijkheden SEnSo Toewijzen/wissen van sensoren Sensoren worden toegewezen LEAarn Toewijzingen worden gewist CLEAr tAuto Datum en tijd overnemen van de portal (met LAN-adapter) on...
Configuratiemenu – bediening 1. Druk gedurende ten minste 3 seconden op de toetsen "Sensor" en "Energy" om het configuratiemenu te openen. ✓ Onder op het display worden de opschriften weergegeven die gelden voor de vier bedieningstoetsen binnen het configuratiemenu. 2. Blader met "+" resp. "-" in het menu vooruit resp. achteruit. 3.
Montage van het energie- en weerdisplay Het energie- en weerdisplay kan met of zonder afdekraam worden gemonteerd. Bij montage op een inbouwdoos moet het energie- en weerdisplay met een afdekraam worden gemonteerd. Het afdekraam tweevoudig zonder mid- denstijl is niet bij levering inbegrepen. Hieronder wordt de montage met afde- kraam beschreven.
Beschrijving van de displaysymbolen Nr. Symbool Beschrijving ① Zone Zone voor buitentemperatuur en -luchtvochtigheid Display Luchtvochtigheid Batterij Batterijstatus "leeg" van een buitensensor Antenne Buitensensor wordt ontvangen Display Temperatuur ② Zone Zone voor binnentemperatuur en -luchtvochtigheid Display Luchtvochtigheid energie- en weerdisplay Batterij Batterijstatus "leeg"...
Toelichting van de displayzones ① Zone – zone voor buitentemperatuur en -luchtvochtigheid Wanneer aan het energie- en weerdis- play een buitensensor is toegewezen, brandt rechtsboven op het display een antennesymbool. Wanneer aan het energie- en weerdisplay een LAN-adapter en geen bui- tensensor is toegewezen, is het antennesymbool inactief.
Pagina 17
Weersymbolen Weersituatie Symbool Nevenstaande tabel bevat de sym- Onbewolkt bolen die voor de weersvoorspel- ling worden gebruikt. Licht bewolkt Gegevens In de software van de LAN-adapter kan worden ingesteld welke gege- Bewolkt vens in de voorspellingzone wor- den weergegeven. Onderstaande Zwaar bewolkt mogelijkheden zijn beschikbaar: 1.
Pagina 18
④ Zone – zone voor het energieverbruik Hier worden de gegevens van de ener- giesensoren weergegeven. Bij lege batterijen van de geselecteerde sensor brandt het batterijsymbool. Onder de gekleurde energieverbruik- weergave kunnen onderstaande ver- bruikswaarden worden afgelezen: • Verbruikte energie in kilowattuur (kWh) €...
Pagina 19
Energieverbruikweergave Met de gekleurde balk wordt het huidige gemeten verbruik van de gese- lecteerde sensor vergeleken met het verbruik van het voorgaande jaar: • Wanneer het huidige verbruik lager is, verschuift de pijl onder de balk naar het licht- of donkergroene gedeelte. Een kleur naar rechts betekent een 5% lager verbruik.
Overzicht van de weergavemogelijkheden Onderstaande tabel geeft de diverse weergavemogelijkheden weer afhan- kelijk van de toegewezen sensoren. Het bovenste deel toont de toegewe- zen apparaten. In het onderste deel worden de weergegeven gegevens van de afzonderlijke zones getoond. Beschik- Voorbeeld bare appa- raten Energie- en...
Pagina 21
Voorbeeld 2: buitensensor toegewezen ① • Zone : buitentemperatuur/-luchtvochtigheid ② • Zone : binnentemperatuur/-luchtvochtigheid ③ • Zone : minimum/maximum buitentemperatuur (reset min.waarde om 7:30 uur, max.waarde om 19:30 uur) ④ • Zone : datum Voorbeeld 3: LAN-adapter toegewezen ① • Zone : buitentemperatuur (internetportal) ②...
Zendgedrag en storingen in de verbinding Het energie- en weerdisplay ontvangt met tussenpozen van 2 – 3 minuten gegevens van de sensoren en adapters. Omdat de draadloze signaaloverdracht via een niet-exclusieve frequentie verloopt, kunnen storingen niet worden uitgesloten. Storingen kunnen o.a. worden veroorzaakt door schakelprocessen, elektromotoren of defecte elektrische apparatuur.
Pagina 23
Onderstaande oorzaken kunnen de draadloze communicatie tussen het energie- en weerdisplay en de sensor/adapter verstoren: Geen ontvangst – de afstand tussen zender en energie- en weerdisplay is te groot/klein De afstand tussen zender en energie- en weerdisplay moet groter zijn dan 0,5 m.
Onderhoud en reiniging Het product is, met uitzondering van het zonodig vervangen van de batte- rijen, onderhoudsvrij. Laat reparaties over aan een vakman. Reinig het pro- duct met een schone, droge en zachte pluisvrije doek. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil kan de doek met lauwwarm water licht worden bevochtigd.
Ingebruikstellingstabel In onderstaande tabel kunnen alle gegevens worden genoteerd die nodig zijn bij de ingebruikstelling van het energie- en weerdisplay. Parameter Waarde Stroomprijs per kilowattuur Gasprijs per kilowattuur Omrekenfactor gas – kWh/m³ Aantal gram CO /kWh stroom Aantal gram CO /kWh gas Stroomverbruik voorgaand jaar Gasverbruik voorgaand jaar...
De wettelijk vereiste garantie wordt uitgevoerd via de vakhandel. Een gebrekkig apparaat kunt u met een omschrijving van de fout aan de betreffende verkoper ((elektrotechnische) vakhandel/installatiebedrijf) overhandigen of portvrij opsturen. Deze stuurt het apparaat door naar het Gira Service Center.