Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie van de buitenunit
Condensafvoer
Tijdens het verwarmen of ontdooien vormt zich condensaat op de warmtewisselaar van de buitenunit, dat door een slang geleid
wordt.
van de
installatie
weggeleid
wordt. De bodemplaat van de buitenunit vormt een lekbak met verschillende geschikte
aansluitmogelijkheden voor de condensafvoer (Ø 28 mm/Ø 42 mm). Aan de sproeiers wordt een geschikte slang met binnen-Ø =
16 mm bevestigd, die het water afvoert. In gebieden met vorstgevaar moet de bodemplaat
de
Om het water uit de condensatie te laten lopen.
Montage van de condensaataansluiting
Druk het slangpijpje in de opening die bestemd is voor de afvoer.
Sluit de resterende openingen met de bijgeleverde blindstoppen.
Condensaatslang op het buitendeel
Vereiste binnendiameter 16 mm
Leg de slang met voldoende afschot (min. 2 %) om af te voeren.
Zorg voor een vorstvrije installatie bij inbedrijfsname onder 0 °C buitentemperatuur, zo nodig verwarmen. Let op ijsvorming.
Indien de condensafvoer op een rioolleiding wordt aangesloten, moet een stankafsluiter worden aangebracht.
Controleer na de installatie de vrije afvoer van het condenswater.
Figuur 8: Aansluiting van de condensafvoer in de buitenunit
Koudemiddel vullen en kabels aansluiten
Voor apparaten die tot 5 m zijn voorgevuld, wordt geen minimum kabellengte gespecificeerd.
De hoeveelheid koudemiddel die nodig is voor de werking van het systeem bevindt zich in het buitenste gedeelte (tot 5 meter
enkelvoudige leidinglengte). Alleen in het geval van leidingen met een enkelvoudige lengte van 5 meter tot de maximale
leidinglengte moet koudemiddel worden bijgevuld.
Koelmiddel bijvullen
1.
Verwijder de vacuümpomp en sluit de fles met koelmiddel aan (zie ook figuur 9).
2.
Plaats de geopende fles koelmiddel op een weegschaal, zet de tara van de weegschaal op nul.
3.
Ontlucht de slang ter hoogte van het manometerverdeelstuk.
4.
Stel de vulhoeveelheid in, open de aanzuigdrukzijde van de manometer om het vullen te starten.
5.
Sluit de manometerafsluiter wanneer de juiste hoeveelheid is bereikt.
Let op de informatie over maximale kabellengten, hoogteverschillen en navulhoeveelheden (tabel 1).
Chassis
Condensaataa
nsluiting
sproeier
ter plaatse vorstvrij worden gehouden, om
Blinddoek
Condensafvoeraansluiting
Advertenties
Inhoudsopgave
