Bij de tweede cirkel, rond 2 juli, is te zien dat een enkele hoeveelheid neerslag van 12 mm
zorgt voor een korte daling in de zuigspanning en dat het bodemvocht niet piekt, maar
slechts de daling stopt en de lijn van het bodemvocht vlak houdt. Het wordt dus waarschijnlijk
direct opgenomen door de wortels.
Bij de derde cirkel, rond 10 juli, is te zien dat de zuigspanning in de voorgaande dagen flink
is opgelopen tot in het rode gebied. Vanaf dit moment heeft de plant dus neerslag of een
beregening nodig om hoge productie te behouden. Die beregening wordt op 10 juli gegeven
in de vorm van 20 mm, wat zorgt dat de zuigspanning weer op 5 (cbar/kPa) uitkomt, net niet
in het verzadigde gebied dus. Dit is een mooi streefwaarde, te veel beregening zorgt voor
uitspoeling.
5.3 Grafiek instellingen wijzigingen
In het menu 'Bodemvocht' kunt u ook het Full en het Refill point invullen. U krijgt dan grafisch
het verzadigings- en verwelkingspunt inzichtelijk zoals in Figuur 8. Klik hiervoor op de
knop zoals in Figuur 11.
Figuur 11. Full en Refill punt instellen
Vul vervolgens het verzadigingspunt (Full point) in. Dit is meestal is gewoonlijk 5 cbar. Vul
vervolgens het verwelkingspunt (Refill point) in. Dit kan bijvoorbeeld 40 zijn. Dit is
onafhankelijk van het o.a. het gewas, gewasstadium en grondsoort. Meer informatie over het
bepalen van deze waarden en beregeningsadvies vindt u in hoofdstuk 7.
13