5.9 Plateaus
5.9.1 Plateaus verplaatsen
u Plateaus eruit halen: aan de voor-
kant optillen en eruit trekken.
u Plateaus
weer
terugplaatsen:
tot de aanslag eenvoudig erin
schuiven.
5.10 FlexArea
U kunt naast de schuifladen
ook de draagplateaus eruit
halen. Zo maakt u plaats voor
grotere levensmiddelen zoals
gevogelte en vlees. Groter
wild en hoge bakkerijproducten
kunnen volledig worden inge-
vroren en verder klaar worden
gemaakt.
u De bovenste schuiflade kan met max. 5 kg worden belast
en de andere schuifladen kunnen met telkens max. 25 kg
worden belast.
u De plateaus kunnen met 35 kg diepvriesproducten worden
belast.
5.11 Uittrekrails
u Voor
het
reinigen
van
glazen
plateaus
uittrekrails
verwijderen: voorste vergren-
delnok naar boven drukken (1)
en uittrekrail naar opzij (2) en
naar achteren (3) wegschuiven.
u Uittrekrail
plaatsen:
inhaken (1) en voor vastklikken
(2).
5.12 Info-systeem
(1) Kant-en-klaargerechten,
vis
(2) Varkensvlees, kalfsvlees
(3) Rundvlees, gevogelte
De opslagduur is in maanden weergegeven.
* afhankelijk van model en uitvoering
de
achter
Fig. 5
(4) Brood, kaas
(5) Lamsvlees, wild
(6) Groente, fruit
5.13 Koelaccu
De koelaccu's verhinderen bij stroomuitval dat de temperatuur
te snel stijgt.
5.13.1 Koelaccu's gebruiken
u De bevroren koelaccu's in het
bovenste, voorste bereik van de
vriesruimte op de diepvriespro-
ducten leggen.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien met NoFrost
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Het vocht staat op de verdamper neer, wordt periodiek ontdooit
en verdampt.
u Het apparaat hoeft niet handmatig te worden ontdooid.
6.2 Apparaat reinigen
Het apparaat regelmatig reinigen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper-
vlakken beschadigen.
u Gebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
u Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
roosters en elektrische delen terecht komen.
u Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
u Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u Apparaat uitruimen.
u Trek de stekker uit.
u Luchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
w Stof verhoogt het energieverbruik.
u Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
u De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
u De laden met lauw water en een beetje afwasmiddel hand-
matig reinigen.
u Andere onderdelen met lauwwarm water en een beetje
afwasmiddel met de hand reinigen.
u Telescooprails alleen met een vochtige doek reinigen. Het
vet in de geleiders dient ter smering en mag niet worden
verwijderd.
Onderhoud
7