Solitrend MMP41
21
Voorbeeld "concentratie van materiaal"
Het is in geval van een niet homogene materiaalstroom bovendien mogelijk de filterfuncties te
gebruiken met boven- en ondergrenswaarden, welke zijn geïmplementeerd in de sensor om
"verkeerde" meetwaarden uit te filteren.
10.2
Verschil tussen gemeten vochtwaarde en laboratoriumwaarde te
groot door initiële inbedrijfname
De sensor is over het algemeen voorgekalibreerd met Cal14 (lucht/water 0 tot 100 %) bij
uitlevering. In geval van zand- en grindapplicaties, is de sensor voorgekalibreerd bij
uitlevering (indien de applicatie vooraf bekend is en is gespecificeerd) met de Cal1
kalibratiecurve (universele kalibratiecurve voor zand/grind).
Tijdens de eerste inbedrijfname, moet de gemeten vochtwaarde overeenkomen met de
laboratoriumwaarde, welke via een ander methode is bepaald met een nauwkeurigheid
van tenminste ±1 %.
In dit geval kan de sensor op verschillende manieren worden bijgeregeld teneinde een
nauwkeurigheid van ±0,1 % te bereiken in relatie tot de laboratoriumwaarde.
• Afhankelijk van de PLC, is het mogelijk een parallelle shift/offset in de PLC uit te voeren. De
parameter heeft verschillende namen afhankelijk van de PLC (bijv. initiële belasting,
nulpunt, offset, meetbereik, enz.).
Neem contact op met de PLC-fabrikant voor meer informatie.
• Met het separate display kan een fijninregeling of parallel verschuiven in de sensor worden
uitgevoerd met de parameter "offset"..
Endress+Hauser
Diagnose en storingen oplossen
A0037430
29