8.2 Montage van de beveiliging
Bij de montage van de bescherming moeten de
dempingsstukken uit het toebehoren nog in de
bescherming en in het bevestigingsgedeelte worden
aangebracht zoals in volgende afbeeldingen 3a – 3e.
Fig. 3a
Fig. 3b
Fig. 3d
Fig. 4a
• Plaats de bosmaaier zo, dat de werkas omlaag
staat.
• Hef de maaiboom op en schuif de beveiliging (18)
Fig. 3c
langs de onderzijde van de maaiboom in de juiste
positie (tegen de aanslag op de
hoekoverbrenging).
• Leg de maaiboom met de beveiliging neer.
• Schroef het bevestigingsgedeelte (22) eerst met
een schroef 5 x 20 mm door de boring a vast op
de beveiliging. Draai pas daarna de tweede
schroef 5 x 20 mm door de boring b lichtjes in.
(Opmerking: Het bevestigingsgedeelte is aan de
binnenzijde ter hoogte van de boring a voorzien van
een verhoging, waardoor de eerste schroef door de
boring a meteen op het blok kan worden
vastgedraaid zonder dat de verbinding schuin komt te
zitten.)
Fig. 4b
Fig. 3e
• Plaats de bosmaaier dan zo, dat de werkas
omhoog staat.
• Schroef met behulp van de twee lange schroeven
5 x 35 mm door de boringen op de
bevestigingsplaat van de hoekoverbrenging, de
beveiliging en het bevestigingsgedeelte vast.
Corrigeer voordien eventueel de positie van de
beveiliging; de boringen moeten precies tegenover
elkaar liggen.
• Draai tenslotte de schroef in de boring b definitief
vast.
Voorbereiding van het werk
NEDERLANDS 11