1. Verwijder de uitwendige beschermingen van de Parrot Bebop Drone wanneer u
hem buiten gebruikt, voor betere prestaties.
2. Druk op
Romp
Opmerking:
Parrot Bebop Drone buiten laat vliegen in een gebied met obstakels.
Een smartphone aansluiten
1. Zet de Parrot Bebop Drone aan.
2. Laat de smartphone zoeken naar beschikbare Wi-Fi®-netwerken:
als u een iPhone of een iPad gebruikt, selecteert u
als u een Android
en netwerk >
3. Selecteer het netwerk BebopDrone-xxxxx.
4. Wacht totdat uw smartphone verbinding heeft gemaakt met het Wi-Fi-netwerk van
de Parrot Bebop Drone. De verbinding wordt meestal aangegeven met een Wi-Fi-
logo op het scherm van de smartphone.
5. Start de applicatie FreeFlight 3.
> De verbinding tussen uw smartphone en de Parrot Bebop Dronekomt
automatisch tot stand.
Raadpleeg het onderdeel Instellingen > Wi-Fi voor meer informatie.
De Parrot Bebop Drone in- en uitschakelen
Druk kort op de knop On/Off aan de achterkant van de Parrot Bebop
Drone om hem in of uit te schakelen.
> Tijdens het opstarten knippert het lampje in de knop On/Off
groen. De Parrot Bebop Drone geeft een geluidssignaal af. Zodra de
Parrot Bebop Drone is ingeschakeld, blijft het lampje groen.
De propellers verwisselen
1. Demonteer de propellers met behulp van de sleutel (A).
2. Monteer de nieuwe propellers (B):
de propellers met een gat in het midden worden gemonteerd op de motoren met
een uitstekende as (motoren links voor en rechts achter);
de propellers zonder gat in het midden worden gemonteerd op de motoren
zonder uitstekende as (motoren rechts voor en links achter).
6
Voordat u begint
en vervolgens op
en activeer de optie Buiten.
Monteer de uitwendige beschermingen en activeer beide opties als u de
TM
-smartphone gebruikt, selecteert u
Wi-Fi.
Vlieginstellingen
op het scherm. Deactiveer de optie
Instellingen > Wi-Fi
Parameters > Draadloos