5 Gebruik
5.1 Selectie van de meetfunctie
1. Schakel het apparaat in, door op Power te drukken. (Opnieuw indrukken en langer dan 2 sec.
ingedrukt houden van Power schakelt het apparaat weer uit.)
2. U heeft de keuze uit vier modi:
a. pH / mV (ORP)
b. Dissolved Oxygen (opgelost zuurstof)
c. Conductivity (geleidbaarheid) / TDS
d. Zoutgehalte
Na indrukken van de MODE knop worden de volgende aanduidingen afwisselend
weergegeven op het display:
PH
(pH / mV (ORP) )
do
(Dissolved Oxygen (opgelost zuurstof))
Cd
(Conductivity (geleidbaarheid) / TDS(
SALt
(Zoutgehalte)
5.2 pH / mV Meting
Opmerking: De fabrieksinstelling van het apparaat:
Weergave eenheid = pH
Temperatuureenheid = °C
Temperatuurcompensatie = Handmatig (Wanneer geen overeenkomstige sensor aangesloten
is.)
Automatische uitschakeling = Gedeactiveerd
Opname-interval datalogger = 2 sec.
Let op: Bij een eerste ingebruikname van de sensor met het meetapparaat is het noodzakelijk
voor aanvang van de meting een kalibratie uit te voeren.
Meting van de pH-waarde (handmatige temperatuurcompensatie)
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer de meetmodus "PH".
3. Steek de stekker van de sensor in de BNC aansluiting (16).
4. Stel de temperatuur handmatig in op de temperatuur van de te meten oplossing.
5. Houd de sensor vast bij de handgreep, en dompel de sensorkop volledig in de vloeistof.
6. Roer de sensor zacht in het rond.
7. Op het display verschijnen de pH-waarde en de ingestelde temperatuurwaarde.
GEBRUIKSAANWIJZING pH-Meter PCE-PHD 1
9