Inbedrijfstelling van het toetsenpaneel
Toetsenpanelen kunnen automatisch of handmatig worden geregistreerd. In beide gevallen wordt het serienummer
van het apparaat als identificatie gebruikt.
Opmerking: Als er geen toetsenpaneel bij het systeem is aangemeld, verschijnt het volgende bericht op het aan-
raakscherm wanneer het systeem wordt ingeschakeld: Druk op de aanmeldknop. Zodra het aanraakscherm is aan-
gemeld, kunt u het gebruiken om andere toetsenpanelen en modules aan te melden. De volgende aanmeldopties
zijn beschikbaar:
[902][000] Automatisch registreren
Als deze modus is geselecteerd, dan wordt het totale aantal toetsenpanelen dat momenteel is geregistreerd op het
toetsenpaneel weergegeven.
1. Voer [902][000] in om met de automatische registratie van nieuwe toetsenpanelen te beginnen. Toetsenpanelen
worden toegewezen aan de volgende beschikbare positie.
[902][001] Handmatig registreren
1. Voer [902][001] in of gebruik de [<][>]-toetsen en druk op [*].
2. Voer het serienummer van het toetsenpaneel op de achterkant van het toetsenpaneel in wanneer daarom wordt
gevraagd.
3. Zodra het apparaat is geregistreerd, worden het toetsenpaneelmodel, het serienummer en de positietoewijzing
weergegeven. De plaatstoewijzing kan met de navigatietoetsen [<][>] worden gewijzigd.
4. Druk op [#] om het toevoegen van een module te annuleren.
[902][101] Registratie toetsenpaneel ongedaan maken
1. Voer [902][101] in of gebruik de [<][>]-toetsen en druk op [*].
2. Gebruik de toetsen [<][>] om naar het betreffende toetsenpaneel te bladeren dat verwijderd moet worden.
3. Druk op [*] om het toetsenpaneel te selecteren en druk als daarom wordt gevraagd weer op [*] om het te ver-
wijderen.
Weergavesymbolen toetsenpaneel
Gereedlampje (groen) - Wanneer het gereedlampje aan staat, is het systeem klaar om ingeschakeld te wor-
den.
Inschakelingslampje (rood) - Wanneer het inschakelingslampje aan staat, is het systeem ingeschakeld.
Systeemprobleem - Geeft aan dat er een systeemprobleem is gedetecteerd.
AC - Geeft aan dat er wisselstroom wordt gebruikt door het hoofdpaneel.
Ondersteuning proximitytags (Prox)
Een nabijheidslabel kan worden gebruikt in plaats van een toegangscode om functies op het systeem uit te voeren.
Presenter de tag aan de taglezer
.
- 9 -
Basisinstelling