8.1.1 LED-lampjes
De omvormer is uitgerust met drie LED-indicatielampjes "groen",
"blauw" en "rood" die informatie geven over de verschillende
bedrijfstoestanden.
Groene LED:
Het groene LED-lampje brandt als de omvormer normaal werkt.
De groene LED-lampje is uit. De omvormer levert niet aan het
elektriciteitsnet.
De omvormer is uitgerust met een dynamische
vermogensweergave via het groene LED-lampje. Afhankelijk van
het vermogen, zal het groene LED-lampje snel of langzaam
knipperen. Indien het vermogen minder is dan 45% van het
vermogen, pulseert het groene LED-lampje langzaam. Als het
vermogen groter is dan 45% van het vermogen en minder dan
90% van het vermogen, pulseert het groene LED-lampje snel.
Het groene LED-lampje brandt als de omvormer zich in de
voedingsmodus bevindt met een vermogen van minimaal 90%
van het vermogen.
Blauwe LED:
Het blauwe LED-lampje knippert tijdens communicatie met
andere apparaten, bijv. AiCom/AiManager, Solarlog enz. Het
blauwe LED-lampje knippert ook tijdens de firmware-update via
RS485.
Rode LED:
Het rode LED-lampje brandt als de omvormer door een storing
geen stroom meer aan het elektriciteitsnet levert. De
bijbehorende foutcode wordt op het display weergegeven.
Installatie- en bedieningsinstructies V01
55