Achterste roller horizontaal
stellen t.o.v. de messenkooi
1. Plaats het maaidek op een egaal, horizontaal oppervlak.
2. Monteer de achterste maaihoogtebeugels op de
gewenste hoogte. Draai de bovenste tapbout en moer los
en verwijder de onderste moer en bout op de linker- en
rechterkant van het maaidek (Fig. 3).
Figuur 3
1. Achterste
maaihoogtebeugel
2. Bovenste tapbout en
moer
3. Schuif de bouten door elke beugel totdat de beugels
tegenover het juiste montagegat kunnen worden
gehouden. Zie tabel 1 voor de juiste positie op de beugels.
Opmerking: De verschillende gaten voor de
positionering van de beugel van de achterste roller
(B tot en met E) zijn bedoeld om de snijplaat een
optimale positie te geven voor verschillende
maaihoogten.
Om vast te stellen wat het correcte gat voor de instelling
van de gewenste maaihoogte is, moet u onderstaande
tabel raadplegen en kijken wat de letter van het
aanbevolen gat is. De gangbare maaihoogten kunnen als
leidraad worden gebruikt.
Tabel 1
Aanbevolen
Gangbare
gat voor
maai-
beugel van
hoogte
achterste roller
3,18 mm
B
6,36 mm
C
9,53 mm
D
12,7 mm
E
*
met de geschikte snijplaat
1
2
3
3. Onderste moer
Maaihoogtebereik
2,38–6,36 mm
4,76–9,53 mm
6,36–12,7 mm
9,53–19,05 mm
Opmerking: Voor de meeste gazons kan de achterste roller
gewoonlijk het beste in "C" worden geplaatst.
Opmerking: Voor de vermelde maaihoogtebereiken kan
meer dan een gat worden gebruikt. Het kan soms
noodzakelijk zijn af te wijken van de hierboven
voorgestelde bereiken als de gazonomstandigheden dit
rechtvaardigen.
4. Nadat u de bouten in het juiste maaihoogtegat hebt
geplaatst, moet u de platte ringen en moeren monteren
en de tapbouten van de rechterbeugel van de achterste
beugel stevig vastdraaien (Fig. 4).
1
Figuur 4
1. Tapbouten van rechterbeugel van achterste roller
5. Draai de tapbouten van de linkerbeugel van de achterste
roller vast genoeg om ervoor te zorgen dat er niet te
veel speling in het systeem zit, maar de beugel toch
onbelemmerd op de zijplaat kan schuiven.
6. Leg een plaat met een dikte van 6,4 mm of meer onder
de messen van de messenkooi en tegen de voorkant van
de snijplaat (Fig. 5).
Opmerking: Zorg ervoor dat het plaatje de messen van de
messenkooi over de volle lengte bedekt en de drie messen
contact maken met het plaatje.
1
Figuur 5
1. 6,4 mm plaat
5
2
2. Snijplaat