Inhoudsopgave
Advertenties
zodat het apparaat in functie treedt. Het apparaat zal beginnen met opwarmen tot aan de inge-
stelde temperatuur.
•
Laat de broedmachine minimaal 24 uur aan één stuk door (zonder eieren) draaien. In de tus-
sentijd kunt u zich met het apparaat bezighouden om de functies ervan te begrijpen. Controleer
of alle functies probleemloos ingeschakeld en aangepast kunnen worden. Bekijk ook hoe u
handmatig de temperatuur en andere functies kunt aapassen. Meer informatie leest u in het
hoofdstuk "Display, functieknoppen en basisinstellingen".
•
Controleer met behulp van een externe thermometer en een externe hygrometer de aangeduide
waarden. Pas indien nodig de waarden aan. Probeer voor uzelf uit hoe u de luchtvochtigheid
op het gewenste niveau kunt houden. Kijk hoeveel water u dient te verwijderen of bij te vullen,
zodat een optimale luchtvochtigheid behouden kan worden.
•
Functioneert de broedmachine probleemloos en bent u op de hoogte van de functies en hoe
het apparaat werkt, dan neemt u het apparaat van de stroom en reinigt u het grondig. Gebruik
hiervoor geschikte desinfectiemiddelen.
Eieren in de incubator leggen
1.
Na het reinigen van de incubator kunt u de groeven met water vullen. Let erop dat de luchtvoch-
tigheid aan het begin van het broedproces duidelijk lager is dan de luchtvochtigheid aan het
einde van het broedproces. Vult u de groeven daarom aan het begin niet met te veel water. Aan
de zijkanten van de broedmachine ziet u enkele kleine gaten (zie afbeelding hieronder). Deze
zijn ervoor bedoeld om later efficiënt en veilig water toe te kunnen voegen indien de luchtvoch-
tigheid te laag is.
Laat de deksel niet te lang open wanneer u een schaaltje met water plaatst. Dit is nadelig voor
het broedproces.
2. U kunt nu de eieren in de incubator gaan leggen. Zorg ervoor dat alle instellingen van het ap-
paraat vooraf goed ingesteld zijn. Let erop dat de spitse bovenkant van het ei naar beneden
wordt gelegd. Stel het aantal dagen op "0" in.
3. Controleer regelmatig de temperatuur en luchtvochtigheid vanaf het controlepaneel en voer in-
dien nodig de nodige aanpassingen door. Controleer goed het waterniveau in de groeven. Er
dient altijd voldoende water aanwezig te zijn.
Belangrijk: er mag zich geen water op de eierhouder bevinden! De broedresultaten kunnen
hierdoor negatief worden beïnvloed!
4. Tegen het einde van de broedperiode mogen de eieren niet meer gedraaid worden. Het auto-
matische keersysteem dient uitgezet te worden. Zet hiervoor het "keerinterval" of "keertijd" op
positie "0". U mag ook beide instellingen op 0 zetten. (Meer informatie leest u in het hoofdstuk
"Display, functieknoppen en basisinstellingen".)
Als alternatief kunt u ook de kabel tussen het keermechanisme en de deksel loskoppelen.
Indien gewenst kunt u het keermechanisme volledig uit de broedmachine weghalen. Open daar-
voor de deksel van het apparaat en koppel de kabels van het draaimechanisme van elkaar los.
Vervolgens tilt u het keersysteem uit de broedmachine. Leg de eieren vervolgens voorzichtig
op het legrooster. Besproei de eieren met warm water (niet kokend!). Leg de eieren snel maar
© by WilTec Wildanger Technik GmbH Artikel 50039, 50041, 51074–51077, 51271–51274
http://www.fudajo.com
Aanwijzing: Let op de individuele eigenschappen van de door
u gekozen diersoort. Te veel water kan slechte broedresultaten
veroorzaken. Let daarom erop dat u niet te veel water gebruikt.
In het beste geval heeft u vooraf al gecontroleerd welke hoe-
veelheid water aan het begin van het proces optimaal is.
Let op: indien de luchtvochtigheid ondanks het vullen van de
groeven met water te gering is, kunt u een schaaltje of komme-
tje met water in de incubator bijzetten. Let wel erop dat de eie-
ren en houder hierbij niet nat worden.
pagina 9
07 2022-1
Advertenties
Inhoudsopgave
