Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Fudajo 50039 Gebruikershandleiding pagina 6

Broedmachine (incubator) met keersysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

Een overzicht van de verschillende soorten gevogelte en de daarbij behorende broedtemperaturen:
Diersoort
Kippen
Eenden
Duiven
Ganzen
Kwartels
Let op: Een kort terugvallen van de temperatuur tijdens het controleren van de eieren kan door de
embryo's goed opgevangen worden. Echter, een te warme temperatuur is schadelijk en kan zelfs tot de
dood van het embryo leiden. Vermijd temperaturen die hoger zijn dan het toegestane maximum.
4. Laat de thermometer de precieze temperatuur zien?
Thermometers geven nooit de precieze temperatuur aan. Een constante temperatuur aanhouden is bij
thermometers heel moeilijk. Wanneer u een grote incubator voor een langere tijd in gebruik neemt, kunt
u de temperatuur zelf regelen. Ongeacht wat de thermometer aangeeft. Na het eerste broedproces kunt
u de temperatuur aanpassen (hoger of lager). Bij gevogelte: indien het uitkomen in een vroeg stadium
gebeurt, moet de temperatuur omlaag gezet worden. Is het uitkomen vertraagd en langzaam, dan dient
de temperatuur juist omhoog gezet te worden.
Zo controleert u de thermometer: Gebruik notities voor het verloop van het broedproces. Deze komen
later heel goed van pas. U zult gauw over de routine beschikken waarbij u de juiste instellingen en
aanpassingen doorvoert om een succesvol broedproces te doorlopen. Indien u een alternatief wenst,
kunt u een tweede thermometer in de broedmachine plaatsen. Zo kunt u de temperatuurverschillen zelf
in de gate houden en hierop afstemmen.
5. Hoe hoog moet de luchtvochtigheid zijn?
De benodigde luchtvochtigheid is per diersoort anders en dient tijdens het broedproces ook aangepast
te worden. Zorg ervoor dat u zich vooraf over de juiste factoren voor het door u gekozen broedei laat
informeren. Hieronder ziet u twee voorbeelden:
Kippeneieren:
Dag 1–18:
50–55 % luchtvochtigheid
Vanaf dag 19: 70–75 % luchtvochtigheid
Kwarteleieren:
Dag 1–14:
55 % luchtvochtigheid
Vanaf dag 15:
75 % luchtvochtigheid
Bij gevogelte-eieren wordt de luchtvochtigheid tot aan het einde van het broedproces verhoogd, zodat
de vaste huid in het ei week gemaakt kan worden waardoor het kuiken makkelijk uit het ei kan komen.
Zonder luchtvochtigheid kan het kuiken de schaal van het ei niet doorprikken. Een te hoge luchtvoch-
tigheid is gevaarlijk, want de kuikens zouden hierdoor kunnen verdrinken.
Aanwijzing: De luchtvochtigheid kunt u met een externe hygrometer meten. Het is bijna niet mogelijk
om de luchtvochtigheid zo precies mogelijk te houden zoals dit bij de temperatuur wel kan. Dit is vooral
bij kleine broedmachines heel moeilijk. Probeer de luchtvochtigheid zo nauwkeurig mogelijk te houden.
De temperatuur is een bepalende factor. Zelfs een kleine afwijking van een paar graden kan het broed-
proces ruïneren of tot een slecht resultaat laten leiden.
© by WilTec Wildanger Technik GmbH Artikel 50039, 50041, 51074–51077, 51271–51274
http://www.fudajo.com
Broedtemperatuur (℃)
37,4–37,6
37,4–37,6
38,5
37,6
37,6–37,8
pagina 6
07 2022-1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

500415107451075510765107751271 ... Toon alles

Inhoudsopgave