Opnamebereik en scherpstellen
•
Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (p. 58) of
[Knipperdetectie] (p. 80).
•
Tijdens continu-opnamen zijn de focus en belichting vergrendeld
op de positie/het niveau die/dat wordt vastgesteld wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
•
Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
•
Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
•
Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen.
Als u Gezichts-ID (p. 63) gebruikt in W, wordt de naam in het beeld vastgezet
•
op de plaats waar deze in de eerste opname is weergegeven. Zelfs als het
onderwerp beweegt, blijft de naam voor alle volgende opnamen op dezelfde
positie vaststaan.
Opnamebereik en scherpstellen
Close-ups maken (macro)
Stel de camera in op e om de scherpte te beperken tot onderwerpen die zich
dichtbij bevinden. Zie "Specificaties" (p. 34), voor meer informatie over het
scherpstelbereik.
•
Als u flitst, kan vignetvorming optreden.
In het weergavegebied in de gele balk onder de zoombalk wordt e
•
grijs en de camera stelt niet scherp.
•
Om camerabeweging te voorkomen plaatst u de camera op een statief en
neemt u opnamen met de camera ingesteld op [ (p. 59).
116
Druk op de knop q, druk op de knoppen qr
om e te selecteren en druk op de knop m.
Als de instelling is voltooid, wordt e
weergegeven.
Foto's