BEDIENING
ANDERE FUNCTIES
STATUSGEHEUGEN
• Dit apparaat is uitgerust met een statusgeheugen waarin de ingangs- en uitgangsinstellingen worden opgeslagen
zoals die waren voordat de voeding werd uitgeschakeld.
Hierdoor hoeft u geen instellingen opnieuw op te geven wanneer de voeding weer wordt ingeschakeld.
• Het apparaat is ook voorzien van een backupgeheugen.
In dit geheugen worden de geheugengegevens van ongeveer één week bewaard wanneer het hoofdapparaat is
uitgeschakeld met de aan/uit-schakelaar en het netsnoer niet is aangesloten.
INITIALISATIE VAN DE MICROPROCESSOR
• Wanneer gegevens op het display niet normaal worden weergegeven of wanneer bediening van het apparaat geen
redelijk resultaat oplevert, moet de microprocessor worden geïnitialiseerd. Volg hiervoor de volgende procedure:
1.
Druk op POWER ON/OFF 10 om de voeding in te schakelen.
2.
Druk tegelijkertijd op MENU 14 + BAND SELECT w terwijl het netsnoer is losgekoppeld.
3.
Sluit het netsnoer weer aan.
4.
Tijdens de initialisatie wordt de functie voor de automatische afstemming op DAB-stations geactiveerd.
Opmerking
• Als stap 3 niet werkt, begint u opnieuw vanaf stap 1.
• Als de microprocessor is geïnitialiseerd, worden alle knopinstellingen teruggezet op de standaardwaarden (de
fabriekswaarden).
GEBRUIK VAN DE VERLICHTING
De verlichting heeft een altijd-AAN-stand en een altijd-UIT-stand. In de altijd-AAN-stand gaat de verlichting tegelijk
met het display aan en uit.
1.
Terwijl de verlichting brandt, drukt u op DISPLAY q en houdt u deze knop minimaal drie seconden ingedrukt. De
verlichting gaat uit en de altijd-UIT-stand wordt geactiveerd.
2.
Als u de altijd-UIT-stand wilt deactiveren en de verlichting wilt inschakelen, houdt u de knop DISPLAY 1 minimaal
drie seconden ingedrukt.
34