[3] Automatische herstart
Bij herstelling van de stroomvoorziening na een onderbreking van de
voeding worden door de automatische herstartfunctie de instellingen
van de gebruikersinterface van vóór de onderbreking van de voeding
hersteld.
AANDACHT
Laat de automatische herstartfunctie dan ook bij voorkeur
ingeschakeld.
Vergeet niet dat wanneer de functie uitgeschakeld is, de weektimer
niet zal worden geactiveerd wanneer de unit na een onderbreking
van de voeding weer stroom krijgt. Druk op de pr-knop om de
weektimer weer in of uit te schakelen.
■ [3-00] Status: bepaalt of de automatische herstartfunctie
AAN (0) of UIT (1) staat.
AANDACHT
Als de voeding met kWh-voordeeltarief van het type is
waarbij
de
voeding
automatische herstartfunctie altijd worden toegelaten.
[4] Uitschakeltemperatuur verwarmen van ruimten
Uitschakeltemperatuur verwarmen van ruimten
■ [4-02]
Uitschakeltemperatuur
buitentemperatuur waarboven het verwarmen van ruimten
wordt uitgeschakeld om een teveel aan verwarming te
voorkomen.
[9] Bereiken instelpunten koelen en verwarmen
Deze lokale instelling is bedoeld om te voorkomen dat de gebruiker
een verkeerde temperatuur voor het uitlaatwater selecteert (nl. te
warm of te koud). Daartoe kunnen het instelbereik van de
verwarmingstemperatuur en het instelbereik van de koeltemperatuur
beschikbaar voor de gebruiker worden geconfigureerd.
OPGELET
■
Bij een toepassing met vloerverwarming is het
belangrijk om de maximale uitlaatwatertemperatuur
bij
het
verwarmen
specificaties van de vloerverwarmingsinstallatie.
■
Bij een toepassing met vloerkoeling is het belangrijk
om de minimale uitlaatwatertemperatuur bij het
koelen (lokale instelling van parameter [9-03]) te
beperken tot 16~18°C om condensatie op de vloer te
voorkomen.
■ [9-00] Bovenste limiet verwarmingsinstelpunt:
maximale uitlaatwatertemperatuur voor verwarmingswerking.
■ [9-01] Onderste limiet verwarmingsinstelpunt:
minimale uitlaatwatertemperatuur voor verwarmingswerking.
■ [9-02] Bovenste limiet koelinstelpunt:
maximale uitlaatwatertemperatuur voor koelwerking.
■ [9-03] Onderste limiet koelinstelpunt:
minimale uitlaatwatertemperatuur voor koelwerking.
[C] Setup op EKRP1HB digitale I/O-printkaart
Stand zonneprioriteit
■ [C-00]
Instelling
stand
montagehandleiding van de zonnekit EKSOLHW voor
informatie over deze kit.
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64603-1A – 08.2010
wordt
onderbroken,
moet
verwarmen
van
ruimten:
te
beperken
volgens
zonneprioriteit:
raadpleeg
[d] Lokale verschuivingswaarde weersafhankelijk
Lokale verschuivingswaarde weersafhankelijk
De
lokale
instelling
weersafhankelijk is alleen van belang als het weersafhankelijk
instelpunt (zie lokale instelling
(alleen verwarmingsstand)" op pagina
■ [d-03] Lokale verschuivingswaarde weersafhankelijk: bepaalt
de verschuivingswaarde van het weersafhankelijk instelpunt
rond een buitentemperatuur van 0°C.
T
t
[1-02]
[1-03]
[1-00]
de
T
Doeltemperatuur water
t
T
Buitentemperatuur
A
R
Bereik
S
Lokale verschuivingswaarde
[1-00], [1-01],
Toepasselijke lokale instelling van het weersafhankelijk
[1-02], [1-03]
instelpunt [1]
[d-03]
0
1
2
3
4
[E] Uitlezing informatie over de unit
■ [E-00] Uitlezing van de softwareversie (voorbeeld: 23)
■ [E-01] Uitlezing van de EEPROM-versie (voorbeeld: 23)
de
■ [E-02] Uitlezing van de identificatie van het model van de unit
(voorbeeld: 11)
■ [E-03] Uitlezing van de vloeibare koelmiddeltemperatuur
■ [E-04] Uitlezing van de inlaatwatertemperatuur
AANDACHT
De uitlezingen [E-03] en [E-04] worden niet permanent
geactualiseerd. De temperatuuruitlezingen worden pas
geactualiseerd nadat weer naar de eerste codes van de
lokale instellingen wordt teruggekeerd.
de
van
de
lokale
verschuivingswaarde
"[1] Weersafhankelijk instelpunt
13) geselecteerd is.
S
R
0°C
[1-01]
T
A
Buitentemperatuurbereik
(T
)
verschuivingswaarde
A
—
–2°C~2°C
–4°C~4°C
Lokale
—
2
4
2
4
Gebruiksaanwijzing
14