3. Verwijder de houder, het luchtfilter en het
verdampingsfilter (7) uit het apparaat.
4. Verwijder het beschermingsfilter (32) van de dompelpomp
uit het apparaat. Zorg dat u het beschermingsfilter niet met
uw vingers beschadigt. Het filter daarom alleen aan de
zijkanten van het kunststof aanraken.
32
5. Het beschermingsfilter (32) reinigen met een zachte, licht
bevochtigde pluisvrije doek. Is het filter sterk vervuild,
maak het dan schoon met warm water, vermengd met een
neutraal reinigingsmiddel.
6. Het waterreservoir grondig uitspoelen met
schoonmaakazijn (ontkalkingsmiddel).
NL
7. Het apparaat daarna uitspoelen met water.
8. Het waterreservoir inwendig drogen met een pluisvrije
doek.
9. Plaats het beschermingsfilter (32) weer in het apparaat.
10. De waterafvoer (8) weer sluiten.
7
11. De houder, het luchtfilter en het verdampingsfilter (7) weer
in het apparaat plaatsen.
12. Het waterreservoir vullen met vers drinkwater, als het
apparaat weer in gebruik moet worden genomen (zie water
bijvullen).
luchtkoeler PAE 40
8
7
17