7.
Het aluminiumframe met behulp van de mag-
neet voor de montageplaat zetten.
5
Elektrische aansluiting
en interfaces
12V GND
2
3
A B GND
Afb. 18: Elektrische aansluiting en interfaces
Aansluiting netwerkkabel
1
Als de Smart-Control Touch met een netwerkkabel
in het netwerk wordt geïntegreerd, moet deze op
de betreffende interface worden aangesloten.
Aansluiting stroomvoorziening (12V/GND)
2
Bij de opbouwmontage wordt voor de stroomvoor-
ziening de in de leveringsomvang geleverde trans-
formator gebruikt (230V~ / 12V
raat als inbouw wordt gemonteerd, moet een 12V-
gelijkstroombron op de montagepositie worden
voorzien.
Aansluiting apparaat-BUS
3
Op de contacten X, Y en E wordt de verbindings-
leiding tussen de Smart-Control Touch en de aan
te sturen apparaten aangesloten. Overeenkom-
stige schermen worden in het hoofdstuk "Aansluit-
variant" weergegeven.
WiFi-ontvanger
4
De WiFi-ontvanger is nodig wanneer een draad-
loze netwerkkoppeling moet worden gebruikt.
(Gereserveerd)
5
1
4
5
). Als het appa-
19