Programmeerfunctie bewerken
en opslaan
U kunt een programmeerfunctie in- of
uitschakelen of verschillende opties kie-
zen.
Door het aanraken van de sensor-
toets of schakelt u de program-
meerfunctie in/uit of kiest u een op-
tie:
Programmeerfunctie
Mogelijke keuze
= kan worden gekozen
= fabrieksinstelling
Bevestig uw keuze met de sensor-
toets Start/Trommel bijvullen.
Nu brandt weer het nummer van de
programmeerfunctie: bijv. .
–
Programmeerfuncties
Programmeerniveau verlaten
Draai de keuzeschakelaar op .
De gekozen variant is nu ingesteld en
blijft dat totdat een andere variant wordt
gekozen en ingesteld.
Toetssignaal
Als u de sensortoetsen aanraakt, klinkt
er een geluidssignaal.
Keuze
= Het toetssignaal is uitgescha-
keld
= Toetssignaal is ingeschakeld
met de geluidssterkte normaal
= Toetssignaal is ingeschakeld
met de geluidssterkte hard(fa-
brieksinstelling)
75