Stap 1: Installeren Van Regeleenheden; Voorbereidende Werkzaamheden - Lutron Grafik Eye 3000 Series Installatiehandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor Grafik Eye 3000 Series:
- Installatiehandleiding (15 pagina's) ,
- Installatievoorschriften (6 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
STAP 1: Installeren van regeleenheden
In deze sectie wordt de installatie van regeleenheden beschreven, en wel zodanig dat gewaarborgd is dat ze alle aangesloten belastingen goed
bedienen.
VOORZICHTIG!
Meet de belastingen eerst door op kortsluiting.
1. Zet de stroom UIT op het schakel-/MCB-paneel of de zekeringenkast.
2. Sluit een standaardtype lichtschakelaar aan tussen de spanningvoerende leiding en de leiding naar het
meetcircuit waarin de belasting is opgenomen.
3. Schakel de stroom in en controleer op kortgesloten of open circuits: Indien de belasting het niet doet,
is het circuit open. Indien de schakelaar/MCB uitschakelt (zekering smelt door of gaat open), is het circuit kortgesloten. Corrigeer kort-
gesloten of open circuits en meet ze opnieuw door.
Belastingstypes
Met de regeleenheden kunnen belastingen van het gloeilamp-, halogeen- (wolfraam), magnetische-laagspannings- en neon/koude-kathode-
type geregeld worden. Belastingen van het elektronische-laagspannings- en fluorescentietype kunnen geregeld worden met een hiervoor
geschikte interface.
Het is niet nodig om alle zones aan te sluiten; maar aangesloten zones moeten belast worden met ten minste 25W (40W voor AU- en
CE-modellen).
Geen zone mag belast worden met meer dan 800 W (1200 voor AU-modellen).
Een eenheid mag een lichtnetbelasting van niet meer dan 16A in totaal voeren (10A voor CE-modellen).
Alle bij de Elektronische Laagspannings-Interface (ELVI) gebruikte elektronische laagspanningsverlichting (ELV-verlichting) moet ontwor-
pen zijn voor dimmen met omgekeerde faseregeling. Informeer, alvorens een ELV-lichtbron te installeren, eerst bij de fabrikant of
hun transformator gedimd kan worden. Wanneer er gedimd wordt, MOET er een ELVI toegepast worden in combinatie met de regeleen-
heid uit de 3000-serie.
Installatievoorschriften. Schakel eerst de stroom uit.
Voorbereidende werkzaamheden
1. Monteer een wanddoos. Neem een Amerikaanse wanddoos van het standaardtype, met
een diepte van ten minste 68 mm, maar liever nog 87 mm. Laat altijd een ruimte van ten
minste 110 mm vrij boven en onder de stelplaat voor een goede warmteafvoer.
2. Trek de draden. Gebruik de achterste doorvoeren bij het in de wanddoos trekken van de
draden. Zo hebt u de meeste speling bij het monteren van de regeleenheid.
3. Verwijder het deksel. Verwijder het deksel en de scharnierende stelplaat van de rege-
leenheid door die aan elke hoek naar buiten te trekken.
Model-
Afm. wanddoos/Max. belasting per eenheid
nummer
3102/3502
2-gats U.S /1200W/VA
3103/3503
3-gats U.S /1500W/VA
3104/3504
4-gats U.S /2000W/VA
3106/3506
4-gats U.S /2000W/VA
† Lutron P/N 241-400.
Lijnspanning/netaansluiting
BELANGRIJKE OPMERKINGEN M.B.T. BEDRADING!
Neem zgn. goedgekeurde kabel voor alle lijnspannings-/netkabels
en Klasse 2/PELV-kabels.
Een van de in Europa verkrijgbare aanvaardbare kabeltypen is o.a.
kabel die voorzien is van het HAR-merk, met ommantelde geïsoleer-
de aders. Dit type kabel moet het toepasselijke keurmerk m.b.t.
nationale voorschriften voor het bedraden en aansluiten van vaste
installaties voeren. Indien er goedgekeurde kabel met ommantelde
geïsoleerde aders wordt gebruikt voor de voedingskabels, mag de
Klasse 2/PELV-bedrading een van de kabels zijn volgens de specifi-
caties in Bijlage A: Nadere bijzonderheden over Klasse
2/PELV-bedrading.
Op het verdeelbord moeten passende voorzieningen getroffen
zijn/worden voor een afdoende kortsluit- en overbelastingsbeveili-
ging. U mag een maximumschakelaar/MCB met een capaciteit tot
20A (16A voor AU- en 10A voor CE-modellen) of gelijkwaardig
gebruiken (uitschakelkromme C volgens IEC60898/EN60898 wordt
aanbevolen) met een toereikende kortsluituitschakelvermogen voor
uw installatie.
Leg de installatie aan in overeenstemming met alle plaatselijk en
landelijk geldende elektrotechnische voorschriften.
VOORZICHTIG! Sluit geen lijnspannings-/netkabel aan op Klasse
2/PELV-klemmen.
100-127V
4-gats U.S /10A
4-gats U.S /10A
4-gats U.S /10A
4-gats U.S /10A
230V
220-240V
2-gats U.S/1600W/VA
3-gats U.S/2400W/VA
4-gats U.S /3000W/VA
4-gats U.S /300W/VA
De aardaansluiting moet aangelegd worden zoals weergege-
ven in de bedradingsschema's.
Gebruik geen verschillende belastingstypes door elkaar in
dezelfde zone!
Voor belastingen van het fluorescentie- en elektronische-laag-
spanningstype zijn interfaces vereist. Voor zonebelastingen
die de 800W/VA (1200W/VA voor AU-modellen) te boven
gaan en voor belastingen van de eenheid die in totaliteit de
capaciteit van de eenheid te boven gaan, zijn vermogensver-
sterkers vereist. Zie Bijlage C, D, E en F.
Bedraden van de regeleenheid (zie pagina 16)
1. Strip 12 mm isolatie van alle draden in de wanddoos en sluit
ze aan op de desbetreffende klemmen aan de achterkant van
de regeleenheden. Het aanbevolen aanhaalmoment is
1,0 N m voor lijnspanningaansluitingen en 1,3 N m voor de
aardaansluiting. Op iedere voedingsklem kunnen max. twee
#12 AWG (2,5 mm
voor een Klasse 2/PELV-klemmenblok.)
Pagina 3
SCHAKELAAR
FASE
NUL
DIEPTE VAN 87 mm AANBEVOLEN
) draden worden aangesloten. (Geldt niet
2
BELASTING
Advertenties
Inhoudsopgave
