Inbedrijfname
Kalibreren van de CAN-Touch
De sensoropppervlakte van de verschillende touchscreens zijn op basis van
productietoleranties niet exact gelijk.
In leveringstoestand is de CAN-TOUCH reeds gekalibreerd en het bijbehorende
kalibreringsbestand CALIB1.CT op de SD-kaart opgeslagen.
Indien een SD-kaart van een CAN-TOUCH in een andere CAN-TOUCH wordt gebruikt, dient
het beeldscherm te worden gekalibreerd.
Na het insteken van deze SD-kaart in de CAN-TOUCH herkent de CAN-TOUCH
de „vreemde" SD-kaart. Na de Booting-weergave worden na elkaar 9
kalibratiepunten weergegeven, welke dienen te worden aangeraakt.
Positionering van de kalibratiepunten:
Indien tijdens het kalibreren per abuis andere punten als het kalibratiepunt worden
aangeraakt, of indien tijdens het gebruik een invoerpunt niet of foutief wordt herkend
verschoven coördinaten), kan het beeldscherm opnieuw worden gekalibreerd.
Door het opnieuw Booten van de CAN-TOUCH (bv. door het indrukken van de reset-knop tot
pieptoon luidt) en kort indrukken van de reset-knop tijdens de weergave van het Booting-
beeldscherm worden de 9 punten voor het kalibreren weergegeven.
De weergave van de kalibratiepunten bij het Booten kan ook worden bereikt, indien het
bestand CALIB1.CT op de SD-kaart wordt verwijderd.
12
Voor het kalibreren dienen alle 9 punten
na elkaar apart te worden aangeraakt,
vervolgens verschijnt de welkomstpagina.