Inhoudsopgave
Advertenties
5. De temperatuurafwijking t.o.v. de eerder weergegeven
temperatuur instellen. Gebruik op de toets HOLD (10) om
de waarde te verhogen. Druk op de licht-toets (4), voor het
verlagen van de waarde. U kunt een temperatuurafwijking
van maximaal ± 9,9 °C/°F instellen.
6. Druk op de toets SET (7), om deze modus te verlaten en
om te schakelen naar de aanpassing van de relatieve
luchtvochtigheid.
7. Gebruik op de toets HOLD (10), om de waarde van de
afwijking te verhogen. Druk op de licht-toets (4), voor het
verlagen van de waarde. U kunt een afwijking van
maximaal ±9,9% r.v. instellen.
8. Druk op de toets SET (7), voor het opslaan van de
waarden.
ð Op het display (11) verschijnt de tekst "SAVE"
gedurende 2 seconden.
9. De toets aan/uit (9) ca. 3 seconden ingedrukt houden.
ð Het apparaat wordt uitgeschakeld. De waarden zijn
aangepast.
Ozon-nulkalibratie
Om het apparaat te kalibreren kan in een ozonvrije omgeving
een nulkalibratie worden uitgevoerd. Ga hierbij als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op de toets UNIT (3) en de toets SET (7) en
houd ze ingedrukt.
ð Op het display (11) verschijnt de tekst "CAL".
2. Druk op opnieuw tegelijk op de toets UNIT (3) en de toets
SET (7).
ð De kalibratie wordt gestart. Het apparaat telt af
vanaf 120.
ð Na de kalibratie verschijnt op het display (11) de tekst
"End".
Info
Zorg dat de kalibratie gebeurt in een omgeving die vrij
is van andere gassen waarop de sensor kan reageren,
bijv. stikstofdioxide. Meer informatie over de
dwarsgevoeligheid vindt u in het hoofdstuk Defecten
en storingen.
Alarmfunctie voor ozon-grenswaarde in-/uitschakelen
Is de ozon-grenswaarde geconfigureerd, kan de alarmfunctie op
het apparaat handmatig worden in- en uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk voor het activeren van de alarmfunctie van
het apparaat.
1. Druk ca. 1 s op de toets aan/uit (9).
ð De indicatie alarminstelling (20) wordt weergegeven op
het display en de alarmfunctie is geactiveerd.
2. Druk opnieuw ca. 1 s op de toets aan/uit (9), om de
alarmfunctie te deactiveren.
ð De indicatie alarminstelling (20) wordt niet meer
weergegeven op het display en de alarmfunctie is
gedeactiveerd.
10
Uitschakelautomaat
De uitschakelautomaat is vanuit de fabriek geactiveerd. Het
apparaat wordt uitgeschakeld als het 15 minuten niet wordt
gebruikt.
Ga als volgt te werk voor het deactiveren van de
uitschakelautomaat van het apparaat:
1. Het apparaat uitschakelen, door de toets aan/uit (9) ca.
3 seconden ingedrukt te houden.
2. Druk tegelijkertijd op de toets aan/uit (9) en de toets
HOLD (10), tot op het display de melding "n" wordt
weergegeven.
ð De uitschakelautomaat is permanent gedeactiveerd.
Info
Schakelt u het apparaat handmatig uit, wordt de
instelling voor de uitschakelautomaat weer gereset,
d.w.z. bij de volgende keer inschakelen is de
uitschakelautomaat weer geactiveerd.
Uitschakelen
Bij geactiveerde uitschakelautomaat schakelt het apparaat uit
nadat het 15 minuten niet is gebruikt.
1. De toets aan/uit (9) ca. 3 seconden ingedrukt houden.
ð Het apparaat wordt uitgeschakeld.
Onderhoud en reparatie
Batterij vervangen
Het vervangen van de batterij is noodzakelijk, als op het
display (11) van het apparaat de batterij-indicatie gaat branden,
het apparaat onlogische waarden toont of als het apparaat niet
meer kan worden ingeschakeld. Zie hoofdstuk bediening.
Reiniging
Reinig het apparaat met een vochtige, zachte en pluisvrije doek.
Zorg dat geen vochtigheid in de behuizing komt. Gebruik geen
sprays, oplosmiddelen, alcoholhoudende reinigingsmiddelen of
schuurmiddelen, maar uitsluitend water voor het bevochtigen
van de doek.
Reparatie
Wijzig het apparaat niet en bouw geen reserveonderdelen in.
Neem voor reparaties en controles van het apparaat contact op
met de fabrikant.
ozonmeetapparaat OZ-ONE
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
