Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Emerson Anderson Greenwood 400 Series Handleiding Voor Installatie En Onderhoud pagina 16

Inhoudsopgave

Advertenties

Anderson Greenwood Serie 400 pilootgeStuurde poprV met zuiger
Handleiding voor installatie en onderHoud
4.3 insteldruk, iso-dome-piloot
opmerKinG
Alle iso-dome-piloten werken op gas (zie opmerking
in paragraaf 3.1.2).
4.3.1 Op gas werkende piloot
Voor het aanpassen van de insteldruk dient
een testopstelling te worden gebruikt die
vergelijkbaar is met de opstelling die in figuur 8
wordt weergegeven.
de luchttoevoer naar de inlaat van de regelaar
moet dusdanig worden afgesteld dat de
dome-drukmeter 92% ± 2% aangeeft van de
insteldruk op het identificatieplaatje. de druk
bij de inlaat van de regelaar moet minimaal 200
psi hoger zijn dan de gespecificeerde dome-
druk. de stelschroef dient zover mogelijk naar
binnen te zijn geschroefd. over het algemeen
hoeven geen onderhoudswerkzaamheden
aan de regelaar te worden verricht; als echter
onderhoud of reparatie nodig is, neem dan
contact op met de fabrikant van de regelaar
voor instructies en onderdelen. Als onderhoud
aan de regelaar is verricht of de insteldruk van
de piloot is aangepast, moet de uitgangsdruk
van de regelaar worden aangepast. oefen
een druk uit op de inlaatpoort van de regelaar
die 200 psi hoger is dan de gespecificeerde
dome-druk. draai met een steeksleutel van
½" de stelschroef van de regelaar (met de klok
mee verhoogt en tegen de klok in verlaagt de
uitgangsdruk) dusdanig dat dome-drukmeter
92% ± 2% van de gespecificeerde insteldruk
van de piloot aangeeft. de eindafstelling
moet worden gedaan in de richting waarin
de druk wordt verhoogd (met de klok mee).
installeer, als de eindafstelling is voltooid, het
afstandstuk van het deksel van de regelaar en
de kap van het deksel van de regelaar. Haal de
inbusstelschroef stevig aan om de kap van het
deksel over de stelschroef van de regelaar goed
te borgen.
wAArsChuwinG
Als de uitgangsdruk van de regelaar zich buiten
het bereik van de 92 ± 2% van de insteldruk op het
identificatieplaatje bevindt, voldoet de insteldruk
van de piloot (en de gemonteerde afsluiter)
mogelijk niet aan de tolerantievereisten van
"Section VIII" van de "ASME Boiler and Pressure
Vessel Code".
Verhoog de toevoerdruk tot de instelling op
het identificatieplaatje en draai langzaam de
stelschroef naar buiten tot er een stroom door
de uitlaat van de piloot begint te lopen. draai
de stelschroef geleidelijk verder naar buiten
tot de dome-druk 70% van de toevoerdruk
bedraagt. Haal na voltooiing van de aanpassing
de tegenmoer stevig aan.
Sluit de blokafsluiter in de luchttoevoerleiding
naar de accumulator, sluit de blokafsluiter
in de luchttoevoerleiding naar de regelaar,
controleer of het afsluitventiel openstaat,
open geleidelijk het ontluchtingsventiel,
en open geleidelijk het aftapventiel. Als de
toevoerdrukmeter en de dome-drukmeter ieder
nul aangeven, kan de piloot uit de testopstelling
worden verwijderd.
4.3.2 Op vloeistof werkende piloot
Voor het aanpassen van de insteldruk dient
een testopstelling te worden gebruikt die
vergelijkbaar is met de opstelling die in
figuur 9 wordt weergegeven. de luchttoevoer
naar de inlaat van de regelaar moet dusdanig
worden afgesteld dat de dome-drukmeter
92% ± 2% aangeeft van de insteldruk op het
identificatieplaatje. de druk bij de inlaat van de
regelaar moet minimaal 200 psi hoger zijn dan de
gespecificeerde dome-druk. over het algemeen
hoeven geen onderhoudswerkzaamheden
aan de regelaar te worden verricht; als echter
onderhoud of reparatie nodig is, neem dan
contact op met de fabrikant van de regelaar voor
instructies en onderdelen. Als onderhoud aan
de regelaar is verricht of als de insteldruk van
de piloot is veranderd, moet de uitgangsdruk
van de regelaar worden aangepast volgens de
procedure beschreven in paragraaf 4.3.1.
pas de insteldruk van de piloot aan volgens de
procedure beschreven in paragraaf 4.2.2, met
als enig verschil dat de insteldruk niet eerst is
aangepast.
Sluit de blokafsluiter in de luchttoevoerleiding
naar de accumulator, sluit de blokafsluiter
in de luchttoevoerleiding naar de regelaar,
controleer of het afsluitventiel in de waterleiding
naar de piloot openstaat, open geleidelijk het
ontluchtingsventiel, en open geleidelijk het
aftapventiel. Als de toevoerdrukmeter en de
dome-drukmeter ieder nul aangeven, kan de
piloot uit de testopstelling worden verwijderd.
4.4 Afstelbereik
Alle piloten kunnen worden afgesteld met
een afwijking van ±5% van de instelling op
het identificatieplaatje. Als de insteldruk
dusdanig wordt aangepast dat een nieuwe
veer nodig is, raadpleeg dan de fabrikant of
het desbetreffende veerregister in Anderson
greenwood rapportnummer 05.9065.017 voor
de juiste keuze.
4.5 prestAtievereisten
insteldruk (psig)
tolerantie insteldruk
100 t/m 1480
± 3%
minimum breekdruk
Grenzen hersteldruk
94% van insteldruk
96 tot 100% van insteldruk
16

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave