5.4
Netwerkverbinding tot stand bren-
gen
Voor het tot stand brengen van de net-
werkverbinding moeten het freesapparaat
en de computer eerst nog via de USB-aan-
sluiting verbonden zijn.
▷ De ethernetaansluiting [2] van het freesappa-
raat met de computer resp. het netwerk via een
netwerkkabel verbinden.
De maximaal toegestane lengte van de net-
werkleiding naar de computer resp. naar de net-
werkrouter bedraagt 100 m.
▷ Het freesapparaat inschakelen.
▷ De software Ceramill Motion starten.
▷ Na initialisatie van het freesapparaat in de soft-
Instellingen
ware onder
sluitsoort van USB naar ethernet omzetten en
indien nodig het IP-adres aanpassen (zie
beschrijving software Ceramill Motion).
▷ Het freesapparaat uitschakelen en opnieuw
inschakelen.
▷ Het freesapparaat in de software initialiseren.
▷ Nadat de software de ethernetverbinding her-
kend heeft, de USB-kabel lostrekken.
Bij gebruik via een netwerk kunnen maxi-
maal acht freesapparaten worden aange-
sloten en via de software Ceramill Match
aangestuurd worden.
Communicatie
>
de aan-
5.5
Ingebruikneming van de Ceramill
Motion
Naast de standaardgereedschappen kunnen
optioneel in de gereedschaphouder zustergereed-
schappen worden ingestoken. Als een standaard-
gereedschap zijn slijtgrens heeft bereikt, neemt
de Ceramill Motion automatisch het bijbehorende
zustergereedschap over
▷ De standaardgereedschappen Ceramill Motion
Roto in de gereedschaphouder van de Ceramill
Motion steken. Gereedschapschacht daarbij
naar buiten positioneren.
▪ Roto 2,5 bevindt zich in de spil.
▪ Roto 1,0 op plaats T2 steken.
▷ Optioneel: De zustergereedschappen in de
gereedschaphouder van de Ceramill Motion ste-
ken. Gereedschapschacht daarbij naar buiten
positioneren.
▪ Roto 2,5 op plaats T4 steken.
▪ Roto 1,0 op plaats T5 steken.
Fig. 6 Gereedschaphouder
I N S T A L L A T I E
N L
11