4. Afzonderlijke componenten van de stations
(afhankelijk van de variant)
4.1 Installatie van een optionele warmtemeter
De warmtemeter mag altijd pas na het spoelen van de gehele verwarmingsinstallatie worden
gemonteerd. LogoMatic G2-stations zijn uitgerust met een passtuk (L = 110 mm, 2 x 3/4") voor een
warmtemeter, dat vóór de montage van de warmtemeter moet worden verwijderd.
De bijbehorende instructies voor de WMZ moeten ook in acht worden genomen.
Procedure:
1.
Sluit alle afsluiters "A" van het station (indien aanwezig).
2.
Verlaag de systeemdruk door de ontluchtingsoptie "B" aan de bovenkant te openen. LET OP:
evt. kan nu water uittreden.
3.
Draai de schroefkoppelingen van het passtuk "C" los. LET OP: evt. kan nu water uittreden.
(Het station kan worden afgetapt via de aftappunt "B" aan de onderkant of, indien van
toepassing, via bestaande KFE-kranen.)
4.
Verwijder het passtuk en breng de warmtemeter aan en schroef deze vast. OPMERKING:
Let op de stromingsrichting, gebruik afdichtingen.
5.
Verwijder de blinde stop M10x1 bij "D" en schroef de stromingssensor van de warmtemeter
in of sluit deze af.
6.
Na afronding van de werkzaamheden opent u de afsluitkleppen weer en ontlucht u het station
via de ontluchters. Voer een lektest uit.
18
Manual LogoMatic G2
VL
RL
Prim.