IBhs
1)
Stelaandrijving IC 20 of IC 40 + BVHS
40–150
Nominale diameter BVG.., BVA..
40–100
/25–/125
Gereduceerd tot nominale diameter
Z
Inbouw tussen twee EN-flenzen
W
2)
Inbouw tussen twee ANSI-flenzen
01
BVH..: p
05
BVG.., BVA..: p
a
/20
/40
-07
-15
-30
-60
W
Netspanning 230 V~, 50/60 Hz
Q
Netspanning 120 V~, 50/60 Hz
a
Netspanning 120–230 V~, 50/60 Hz
2
3
e
T
a
Analoge ingang 4–20 mA en digitale
d
R10
Met Feedback potentiometer 1000 Ω
1) IBH.. tot en met een nominale diameter van DN 100
leverbaar
2) IBG..W, IBGF..W: nominale diameter DN 40 tot 100
met ANSI-flens en gereduceerd tot /25 tot /80
leverbaar
2.7 Benamingen onderdelen
IBGF,
IBAF
IBG,
IBA
Meer informatie, zie bedieningshandleidingen ste-
laandrijvingen IC.. op www.docuthek.com.
Nominale diameter BVH..
max. 150 mbar (2,18 psi)
u
max. 500 mbar
u
(7,25 psi)
BVH..: met aanslaglijst
Stelaandrijving IC 20
Stelaandrijving IC 40
Looptijd (bij 50 Hz): 7,5 s
Looptijd (bij 50 Hz): 15 s
Looptijd (bij 50 Hz): 30 s
Looptijd (bij 50 Hz): 60 s
Draaimoment: 2,5 Nm
Draaimoment: 3 Nm
Continu aansturing
Driepunts stappenaansturing
ingang
Digitale ingang
IBHR
IBH,
IBHS
3 InBouWen
opgeLeT
Ondeskundige inbouw
Om ervoor te zorgen dat het apparaat bij het mon-
teren en in werking niet beschadigd raakt, moet er
op het volgende gelet worden:
– Drukstoten en temperatuurschokken voorko-
men.
– Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules voor gebruik vervangen.
– Afdichtingsmateriaal en vuil, bijv. spanen,
mogen niet in het apparaat terechtkomen.
– Flenspakkingvlakken niet door mechanische of
andere invloeden beschadigen.
– Wanneer de stelaandrijving bijgeplaatst wordt,
moeten draaimoment, draairichting en
instelhoeken op de regelklep aangepast zijn.
– Voor elke installatie moet een filter worden
ingebouwd.
➔ De regelklep wordt als tussenbouw tussen twee
flenzen ingebouwd.
➔ Het apparaat spanningsvrij in de leiding monte-
ren.
➔ Er wordt een in- en uitlooptraject van 2 x DN
aanbevolen.
3.1 Inbouwpositie
Aandrijving verticaal of horizontaal, niet onderste-
boven.
BVHR/IBHR: aandrijving altijd zijdelings van de
buisleiding positioneren.
Er wordt een loodrechte inbouwpositie aanbevolen
met doorstroomrichting van onder naar boven om
condensvorming en om vervuilingen op de kleppen-
lijst bij regelkleppen met aanslaglijsten (BVH..A) te
voorkomen.
3.2 Warme lucht als medium
➔ Bij het gebruik van warme lucht wordt aanbevo-
len de buisleiding voldoende te isoleren om de
omgevingstemperatuur te reduceren. De flenzen
en de regelklep moeten daarbij vrij van isolatie-
materiaal blijven! Op voldoende vrije ruimte voor
de montage van de schroefverbindingen in de
omgeving van de flenzen letten.
➔ Voor een betere warmteafleiding de regelklep
bij de inbouw zo draaien, dat de aandrijving
zijdelings naar de buisleiding gepositioneerd is.
Daarbij wordt automatisch voorkomen dat de
aandrijving door opstijgende warme lucht wordt
omstroomd.
NL-3