8.6 Aansluiten van de collector
LET OP!
De maximale opvoerhoogte van de pomp
is 4 meter.
Als u meer dan 4 meter opvoerhoogte
heeft plaats dan een extern terugloopvat.
Figuur 8.5 Aansluiten van de zonnecollector.
Plaatsingshoogte
De collector moet altijd volledig leeg kunnen lopen in het
terugloopvat. Om dit te garanderen moet de onderzijde
van de collector altijd op een minimum hoogte van 0,4 m
boven de pomp gemonteerd worden. De pomp heeft
een maximale opvoerhoogte van 4 meter.
Als u meer dan 4 meter opvoerhoogte heeft moet u een
extern terugloopvat plaatsen. Het plaatsingsvoorschrift
en het vulvoorschrift van de boiler en terugloopvat zijn
opgenomen in de instructieset van het terugloopvat.
Monteer de pomp ZO!
De stand van de knie is hierbij bepalend
Figuur 8.6 Pomp motage
Foutieve pomp montage. Monteer de pomp NOOIT ZO!
Figuur 8.7 Foutieve montage van de pomp
16
A van collector naar boiler
B van pomp naar collector
C zonne-collector
D dakbeschot
E centreerplaat
P pomp
α α α α α leidingafschot (20 tot 40 mm per meter)
Leidingwerk
De toe te passen leidingdiameter is 15 mm. Gebruik bij
voorkeur koperen installatieleiding.
Alle leidingen dienen onder afschot naar de boiler toe
geïnstalleerd te worden. Als vuistregel voor het minimum
afschot wordt 2 tot 4 cm per meter leiding-lengte gehan-
teerd. Er mogen geen "zakken" (zwanenhals construc-
ties), waar water in kan blijven staan, voorkomen.
De leidingen dienen om de meter gebeugeld te worden.
De gebruikte beugels moeten een temperatuur van
130°C kunnen verdragen.
De collector-leidingen moeten geïsoleerd zijn. Gebruik
hiervoor Vidoflex, of een gelijkwaardig isolatiemateriaal.
Pomp montage
Monteer de pomp zoals in figuur 8.6 is aangegeven.
Figuur 8.7 geeft voorbeelden van foutieve pomp montage.
Let op de stand van de knie!