Inhoudsopgave
Advertenties
JOYSTICK
Beweeg de joystick niet totdat de accu-in-
dicator (2) continu brandt.
Rij en stuurmanoeuvres
De joystick (1) op de elektrische rolstoel
wordt gebruikt voor optrekken en afrem-
men. Beweeg de joystick langzaam in de
gewenste rijrichting.
Hoe verder u de joystick van de middenpo-
sitie af beweegt, hoe sneller de rolstoel rijdt
(tot de instelling voor de maximumsnel-
heid).
Om een bocht te nemen, beweegt u de
joystick tegelijkertijd in de richting waarin u
wilt sturen. Als je de joystick volledig naar
één van beide kanten beweegt, draait de
rolstoel bijna rond zijn eigen as.
☞ Bij achteruit of in bochten rijden wordt
de snelheid automatisch verlaagd.
De elektrische rolstoel afremmen
De elektrische rolstoel stopt zodra u de joys-
tick loslaat.
Voor veilig afremmen laat u de joystick
langzaam terugzakken naar de midden-
stand (nulstand).
24
Vooruit rijden
Naar
links
draaien
Achteruit rijden
Remmen
1
Een bocht naar
rechts sturen
Naar
rechts
draaien
Advertenties
Inhoudsopgave
