Pagina 1
GEBRUIKSAANWIJZING R-Net Omni 2 Dit product voldoet aan de vereisten van Verordening (EU) 2017/745 betreffende medische hulpmiddelen. 300-40 UM Omni 2 - NL - 06.2021, vers. 1:0...
Inhoudsopgave Verklaring van symbolen Woordenlijst Inleiding Modellen Specificaties Gebruik Afstellen Gebruik na opslag Levensduur van het product Veiligheids maatregelen Aansluiten van twee bedieningsmodules Overzicht < Omni 2 > Bedieningsmodule Bedieningspaneel met drukknoppen Aansluitingen verdeeldoos LCD-scherm Sensoren Bediening door een begeleider Bedieningspaneel, knoppen LED-indicatoren Knoppen en symbolen...
Pagina 3
Inspectie voordat u gaat rijden Accu-indicator Interpretatie Instelling maximumsnelheid Bediening door een begeleider Snelheidsstanden Modusmenu Rijmodus Instelmodus Joystick Rij- en stuurmanoeuvres De elektrische rolstoel afremmen Bediening door een begeleider Een bedieningsmodus kiezen Elektronische afstellingen Elektronische stoelafstellingen selecteren Functionele elektronische stoelafstellingen Complexe elektronische afstellingen Individuele kenmerken/instellingen Kilometerteller (totaal aantal kilometers)
Pagina 4
Onderhoud/reparatie Reparaties Service Technische veiligheidsinspecties Dagelijkse inspecties Wekelijkse inspecties Jaarlijkse inspecties Technische gegevens Garantie Garantiecertificaat Opmerkingen...
VERKLARING VAN INLEIDING SYMBOLEN Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u de rolstoel voor het eerst gebruikt en volg Veiligheidsvoorschriften met een gekleur- de instructies zorgvuldig op. Als kinde- de achtergrond moeten altijd worden op- ren of tieners de rolstoel gaan gebruiken, gevolgd! moeten zij eerst samen met hun ouders ☞...
MODELLEN GEBRUIK NA OPSLAG Deze gebruiksaanwijzing is van toepassing De bedieningsmodule kan na een periode op de volgende bedieningsmodule: van opslag weer in gebruik worden ge- nomen. Voordat het weer gebruikt wordt, Omni 2-module moet het volledig worden geïnspecteerd. SPECIFICATIES ☞...
VEILIGHEIDS AANSLUITEN VAN TWEE MAATREGELEN BEDIENINGSMODULES ☞ U mag de gedemonteerde bedienings- Dit mag alleen worden uitgevoerd door module niet gooien of laten vallen. Ga de distributeur. er altijd voorzichtig mee om! Dit is de enige manier om een continue, sto- Er kunnen twee bedieningsmodules op het ringsvrije werking te garanderen.
OVERZICHT < Omni 2 > Bedieningsmodule Bedieningspaneel met drukknoppen ☞ Afhankelijk van het type en ontwerp van de speciale bedieningsunit die is aangesloten, kunnen de functies van de drukknoppen op individuele elek- trische rolstoelmodellen zich buiten de bedieningsmodule bevinden. - Raad- pleeg de gebruiksaanwijzing van uw speciale bedieningsunit.
LCD-scherm (20) Symbool voor selectie rijprofiel (21) AAN/UIT-symbool (22) Indicator voor acculading (23) Instellingensymbool (24) Modussymbool (25) Weergave rijprofiel (26) Instelling maximumsnelheid (27) Grafische weergave van de werkelijke rijsnelheid of het stroomverbruik. (28) Symbool Bluetooth-verbinding (29) Klok (30) Weergave van de werkelijke rijsnelheid, inclusief de afgelegde kilometers of de kilometerstand.
KNOPPEN EN SYMBOLEN AAN/UIT Aan/uit ☞ Bij het opstarten voert de elektronica een systeemtest uit. Rijprofiel Schakelt bij indrukken over naar het volgende rijpro- fiel. ☞ Volg de instructies in het hoofdstuk Rijprogramma op pagina 30. Instelling Door op de knop te drukken wordt de maximum- maximum...
KNOPPEN EN SYMBOLEN Instellingen Schakelt over naar de Instelmodus wanneer de knop wordt ingedrukt. ☞ De instellingenknop mag alleen worden ingedrukt als de elektrische rolstoel stilstaat. ☞ Volg de instructies in het hoofdstuk Instellingenmenu op pagina 31. Bediening door een begeleider Vooraf Door op de knop te drukken wordt de max.
LCDscherm LCDscherm Wanneer de rolstoel wordt aangezet, verschijnen er verschillende indicatoren op het LCD-scherm. Informatie Hier wordt uiteenlopende informatie getoond, zoals bijv. de naam van het actieve rijprogramma en de ac- tieve elektronische afstelling. Weergave De indicator verschuift naar rechts op het display van de snel...
Pagina 15
LCDscherm Indicator De indicator brandt wanneer de verlichting aan is. verlichting Lampje De indicator knippert wanneer de alarmverlichting is voor alarm ingeschakeld. verlichting Indicator Brandt bij vooruit rijden vooruit rijden ☞ Niet actief voor alle joysticktypes Indicator Brandt bij achteruit rijden achteruit ☞...
VOORBEREIDINGEN VOOR GEBRUIK Opladen van de accu's Steek geen andere voorwerpen dan de veiligheidsstekker en de stekker van de acculader in de laadaansluiting. - Gevaar voor kortsluiting! Om de accu's op te laden, schakelt u eerst de bedieningsmodule uit en steekt u ver- volgens de stekker van de acculader in de aansluiting van de verdeeldoos (14).
Vergrendeling De vergrendeling is ingeschakeld als er een hangslot [1] wordt weergegeven wanneer u op AAN drukt. Uw elektrische rolstoel kan worden vergren- deld om hem te beschermen tegen gebruik door onbevoegden. Hoewel dit niet stan- daard is geconfigureerd, kan uw distribu- teur deze functie op verzoek toevoegen.
De noodstopschakelaar Nadat u de bedieningsmodule hebt inge- schakeld, steekt u de noodstopschakelaar [1] in de laadaansluiting (14). Verwijder de stekker van de noodstopschakelaar nadat u een korte <pieptoon> heeft gehoord. ☞ De elektronica schakelt de Rijmodus uit en wordt automatisch uitgeschakeld. De vergrendeling deactiveren Functies van de knoppen 1.
INSPECTIE VOORDAT U GAAT RIJDEN Accuindicator Nadat u de bedieningsmodule hebt aan- gezet, geeft de accu-indicator (22) na een korte systeemtest het laadniveau van de accu aan. Naarmate de accu's leeg raken, brandt op de accu-indicator een steeds kleiner aantal Aangezien een nauwkeurige indicatie af- segmenten (22).
Instelling maximumsnelheid Risico op een ongeval als gevolg van: – Onjuist ingestelde maximumsnel- heid. – Kies tijdens het rijden een lagere maximumsnelheid! De maximumsnelheid moet worden ge- kozen op basis van uw persoonlijke om- standigheden en de specifieke situatie! Wanneer u een helling afrijdt, moet u de maximumsnelheid aanpassen aan de steilte van de helling.
Bediening door een begeleider Iedere keer dat u voor of tijdens het rijden op de knop (3) drukt, wordt de maximum- snelheid één stap verhoogd, tot de hoogste stand 5. Als u op stand 5 nogmaals op de knop drukt, gaat de maximumsnelheid te- rug naar stand 1, de laagste instelling.
Snelheidsstanden De maximumsnelheid moet worden ge- kozen op basis van uw persoonlijke om- standigheden en de specifieke situatie! Kies een lage snelheid in gevaarlijke si- tuaties waarin u zich onzeker voelt (bijv. rijden in kleine ruimtes, bergafwaarts, op hellingen, in voetgangerszones en derge- lijke).
MODUSMENU Druk alleen op de modusknop als de elek- trische rolstoel stilstaat. Rijmodus Door op de MODE-knop te drukken, kunt u schakelen tussen de Rijmodus, de Instelmo- dus en andere actieve modi zoals Bluetooth of Infrarood [1]. Rijmodus Instelmodus In de rijmodus wordt de elektrische rolstoel bestuurd met de joystick.
JOYSTICK Beweeg de joystick niet totdat de accu-in- dicator (2) continu brandt. Rij en stuurmanoeuvres De joystick (1) op de elektrische rolstoel wordt gebruikt voor optrekken en afrem- men. Beweeg de joystick langzaam in de gewenste rijrichting. Hoe verder u de joystick van de middenpo- sitie af beweegt, hoe sneller de rolstoel rijdt (tot de instelling voor de maximumsnel- heid).
BEDIENING DOOR EEN BEGELEIDER Bediening door een begeleider is alleen beschikbaar met de Omni 2-bedienings- module. ☞ Volg de instructies in het hoofdstuk Overzicht op pagina 8. Een bedieningsmodus kiezen Wanneer de AAN/UIT-knop (7) op de Omni 2-bedieningsmodule wordt ingedrukt, wordt de laatst ingestelde bedieningsmo- dus automatisch opgeroepen en weer ge- activeerd.
ELEKTRONISCHE ☞ Als er een knipperende rode schildpad naast het rolstoelsymbool verschijnt, AFSTELLINGEN betekent dit dat de rolstoel om veilig- De beschikbare elektronische afstellingen heidsredenen is gestopt. - Doorrijden is alleen mogelijk als de afstelling in de zijn afhankelijk van de betreffende uitrus- ting van de elektrische rolstoel.
Complexe elektronische afstellingen Indicatoren op het LCD-scherm ☞ Indien een optie in het geheugen is op- ☞ Onder de symbolen kan meer informa- geslagen, branden alle afstellingen. tie over een bepaalde elektronische af- stelling zijn weergegeven. Als er basis- of eindstanden zijn opgeslagen voor de menu's voor rugleuning, zithoek, Het getoonde symbool betekent: hoek van de rugleuning, opstaan of been-...
Pagina 28
Het getoonde symbool betekent: Van liggen naar staan 45° naar staan Geheugen 1/2 Geheugen 3/4...
INDIVIDUELE KENMERKEN/ INSTELLINGEN ☞ Het is mogelijk dat niet alle hier be- schreven functies beschikbaar zijn voor uw rolstoel. Kilometerteller (totaal aantal kilometers) Het LCD-scherm toont het totale aantal ki- lometers (30), tot een maximum van 99.999. ☞ Alleen de kilometers afgelegd in voor- waartse richting worden getoond.
Rijprogramma Er kunnen maximaal acht rijprofielen wor- den geselecteerd door op de knop Profile (6) te drukken. Met de verschillende eigenschappen van de rijprogramma's kunt u de rijeigenschap- pen van de elektrische rolstoel afstemmen op specifieke omstandigheden. Er kunnen bijvoorbeeld afzonderlijke pro- gramma's worden gedownload om het gebruik van speciale bedieningsmodules te ondersteunen.
Instellingenmenu ☞ Elk submenu bevat een menu-optie Exit (Afsluiten) waarmee u terugkeert naar het hoofdmenu. In het instellingenmenu [1] kunt u de vol- gende menu's openen: ☞ Time (Tijd) – Set Time (Tijd instellen) – Display Time (tijdweergave 12-uurs of 24-uurs indeling) ☞...
Toegang tot het instellingenmenu Druk op de knop Instellingen (1). ☞ Wacht tot u een korte <pieptoon> hoort. ☞ Het instellingenmenu [2] wordt geo- pend op het LCD-scherm. Door het menu navigeren met de joystick. ☞ Joystick naar achteren - omlaag naar het volgende menu-item / de waarde verlagen.
GYROSCOOP De gyroscoop moet vóór/tijdens elk ver- voer in een rijdend voertuig worden ge- deactiveerd. Dit kan worden gedaan door een speciaal rijprogramma te kiezen dat aan deze omstandigheden is aangepast. De gyroscoop, die standaard is bij de FWD en de FWDS, helpt de rolstoel rechtop te zetten wanneer deze anders zou kantelen of omvallen, zoals op oneffen terrein.
PROGRAMMEREN VAN INFRAROODBEDIENING Volg de instructies in de gebruiksaanwij- zing van het externe apparaat. Externe apparaten met infrarood-afstands- bediening, bijv. een televisie, kunnen via de bedieningsmodule worden bediend. Codes van de infraroodafstands bediening invoeren 1. Houd de knop voor de alarmverlichting 3 seconden ingedrukt.
Pagina 35
5. Selecteer Learn Code (Leercode) [2] en beweeg de joystick naar rechts om uw selectie te bevestigen. De bedienings- module kan nu het signaal van de af- standsbediening ontvangen. Houd ver- volgens de afstandsbediening boven het scherm van de bedieningsmodule, op een afstand van ongeveer 5-10 cm van infraroodontvanger.
BLUETOOTH Volg de instructies in de gebruiksaanwij- zing van het externe apparaat. Het Bluetooth-menu toont alle apparaten die via Bluetooth zijn verbonden. Externe apparaten met een Bluetooth-in- terface, bijv. een smartphone, kunnen via de joystick worden bediend. ☞ Voor het instellen heeft u de hulp van uw klantenservicevertegenwoordiger nodig.
PROBLEMEN OPLOSSEN Fouten en informatie worden weergegeven in het midden van het LCD-scherm van de bedieningsmodule. (a) Geeft de plaats van de fout aan. (b) Geeft de foutcode weer. (c) Geeft de oorzaak van de storing aan. ☞ Om veiligheidsredenen is de functiona- liteit van de elektronische componen- ten tijdelijk verminderd.
Pagina 38
Foutcode Oorzaak Oplossing 1E01 Automatische uitschakeling Haal de lader uit de laadaansluiting. is geactiveerd. 2F00 Systeemfout defecte Raak de joystick niet aan wanneer u joystick een apparaat of accessoire aansluit. 0E00, 0E02, 1200, Storing van de joystick Vervang de bedieningsmodule. 1202 7A0C, 7A0E, 7A90 Stroombegrenzing van een...
Pagina 39
Informatie Oorzaak Oplossing De vergrendeling is inge- Zet de vergrendeling uit. schakeld. ☞ Zie het hoofdstuk Vergrendeling op pagina 17. Joystick te snel bewogen Laat de joystick los, schakel de be- dieningsmodule uit en start deze opnieuw op. Automatische snelheidsver- Zet de elektronische verstelling in de mindering is ingeschakeld.
ONDERHOUD/REPARATIE Wekelijkse inspecties Joystickbediening in combinatie met het Reparaties magnetisch remsysteem: zorg er vóór de in- spectie voor dat er ten minste 1 meter vrije Voor reparaties kunt u volledig vertrouwen ruimte rond de rolstoel is. op uw distributeur. Hij of zij heeft instructies gekregen over hoe het werk moet worden Zet de bedieningsmodule aan en wacht uitgevoerd en maakt gebruik van goed op-...
TECHNISCHE GEGEVENS GARANTIE Bij niet-naleving van de gebruiksaanwij- Omgevings- -25 °C tot zing of ondeskundig uitgevoerde onder- temperatuurbereik: +50 °C houdswerkzaamheden, met name bij Temperatuurbereik -40 °C tot technische wijzigingen en aanvullingen bij opslag: +65 °C (geïnstalleerde onderdelen) zonder onze uitdrukkelijke toestemming, vervalt niet Beschermingsklasse IPx4...
Garantiecertificaat Invullen alstublieft! Maak zo nodig een kopie en stuur die op. Garantie Modelnaam: Pakbonnr.: SN (zie het typeplaatje): Datum van levering: Stempel van de distributeur:...
Pagina 44
Fabrikant: TA Service A/S Centervej Syd 2 DK-4733 Tappernøje Denemarken ta-service@ta-service.dk T: +45 56 72 57 77 www.ta-service.dk Distributeur U vindt uw plaatselijke distributeur op www.ta-service.dk www.ta-service.dk...