1 moederbord
2 schroef (5)
3 connector opladerkaart
4 opladerkaart
5 connector geluidskaart
6 connector microfoonkabel
7 connector ventilatorkabel
13. Koppel de connectoren van de microfoonkabel, ventilatorkabel en audiokabel los.
14. Trek aan het moederbord om het los te maken van de connector op de opladerkaart.
15. Til het moederbord onder een hoek op in de richting van de zijkant van de computer en uit het onderste deel van de computer.
Het moederbord terugplaatsen
1. Plaats het moederbord in de computerbasis.
2. Sluit het moederbord aan op de connector op de opladerkaart.
3. Sluit de connectoren aan van de microfoonkabel, ventilatorkabel en audiokabel.
4. Draai de vijf schroeven weer aan (in omgekeerde volgorde van verwijdering) die het moederbord op de computerbasis vasthouden.
5. Plaats het optische station terug (zie
6. Installeer de polssteun opnieuw (zie
7. Plaats het beeldschermpaneel terug (zie
8. Plaats het toetsenbord terug (zie
9. Plaats het kapje van de middenbesturing terug (zie
10. Verwijder de warmteafleider van de processor en de processor (zie
11. Plaats de vaste schijf terug (zie
12. Installeer eventuele geheugenmodules en minikaarten opnieuw.
13. Installeer eventuele verwijderde kaarten opnieuw in de ExpressCard en 8- in-1 kaartsleuven.
WAARSCHUWING:
Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven opnieuw aanbrengen en vastzetten en controleren of er geen losse
schroeven in de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.
14. Zet de computer aan.
N.B.
Nadat u de systeemkaart hebt vervangen, dient u het servicelabel van de computer in te voeren in de BIOS van de vervangende
systeemkaart.
Het optische station
terugplaatsen).
De polssteun opnieuw
installeren).
Het beeldscherm opnieuw
Het toetsenbord
terugplaatsen).
Het kapje van de middenbesturing
De vaste schijf
terugplaatsen).
installeren).
terugplaatsen).
De warmteafleider van de processor terugplaatsen
en
De processor
installeren).