Scanproblemen
Problemen
Tijdens het scannen treden er
TWAIN-fouten op.
OCR (optische tekstherkenning)
werkt niet.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
Softwareproblemen
Problemen
Onmogelijk software te installeren
of te printen.
Kan '2 in 1' of '4 in 1'-afdrukken niet
uitvoeren.
De machine print niet vanuit
®
®
Adobe
Illustrator
.
Problemen met het papier
Problemen
De machine voert geen papier in.
Het LCD-scherm toont
Geen papier of de melding
Vastgelopen papier.
De machine neemt geen papier uit
de MP-lade.
Hoe kan ik enveloppen afdrukken?
Welk papier kan ik gebruiken?
Er is papier vastgelopen.
Suggesties
Zorg dat de TWAIN-driver van Brother als primaire bron is gekozen. Klik in
PaperPort™ 11SE op Bestand, Scannen of Foto ophalen en selecteer de
TWAIN-stuurprogramma.
Probeer de inleesresolutie te verhogen.
Zie Netwerkproblemen op pagina 68.
Suggesties
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite uit op de cd-rom. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Probeer de printresolutie te verlagen. (Zie het tabblad Geavanceerd in de
softwarehandleiding op de cd-rom.)
Suggesties
Wanneer er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de
papierlade.
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer
het papier gekruld is, moet u het strekken. Soms moet u het papier uit de lade
halen, de stapel omdraaien en weer in de lade plaatsen.
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
Controleer dat de stand MP-lade niet geselecteerd is in de printerdriver.
Als op het LCD-scherm de melding Vastgelopen papier wordt weergegeven
en het probleem blijft bestaan, raadpleegt u Papieropstoppingen
op pagina 83.
Waaier het papier goed door en plaats het terug in de lade.
Controleer dat de stand MP-lade geselecteerd is in de printerdriver.
U kunt enveloppen invoeren via de MP-lade. Uw toepassing moet zo zijn ingesteld
dat u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u meestal in via het
menu pagina-instelling of documentinstelling van uw toepassing. (Raadpleeg de
handleiding van de toepassing voor meer informatie.)
U kunt dun papier, normaal papier, dik papier, bankpostpapier, kringlooppapier,
enveloppen, etiketten en transparanten gebruiken die geschikt zijn voor
laserprinters. (Zie voor meer informatie Papiersoorten en andere afdrukmedia die
kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
(Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
C
C
C
C
67