Als een FM-zender met een voldoende sterk signaal ontvangen wordt, stopt het
scannen en de zender kan beluisterd worden. Bij een RDS-zender wordt bovendien
de naam van de zender en eventueel radiotekst weergegeven.
Om een zwakkere zender te beluisteren gebruikt u de handmatige zenderkeuze.
U kunt in het menu >zoek- instelling bepalen of de automatische zenderkeuze
alleen naar sterke zenders zal zoeken. Druk hiertoe op de MENU-toets en kies
>zoek-instelling. Bevestig uw keuze met OK.
10.5 Mono/stereo instellen
Druk op MENU en selecteer met de toetsen ▲ of ▼ > Audio instelling.
Kies JA of NEE, om de weergave alleen in mono bij zwakke FM-ontvangst weer te
geven.
Bevestig uw keuze met OK.
10.6 Hoe u FM-zenders programmeert
Het zendergeheugen kan tot 10 FM-radiostations bewaren.
De geprogrammeerde zenders blijven ook bij een stroomuitval behouden.
Stel de gewenste zender in.
Druk op een cijfertoets 1 .. 10 en houdt deze ingedrukt. "Opgeslagen" verschijnt op het
display.
Om meer zenders te programmeren herhaalt u deze procedure.
10.7 Een geprogrammeerde zender kiezen
Druk op de desbetreffende cijfertoets 1 ... 10.
Als er geen zender onder deze toets is geprogrammeerd verschijnt "Geheugenplaats
leeg".
10.8 Een geprogrammeerde geheugenplaats wissen
Programmeer een nieuwe zender op de desbetreffende geheugenplaats.
24