7. Inbedrijfname
1. Instellingen
Alle instellingen worden met behulp van de ETS uit-
gevoerd. Zie document «KNX-handboek theRonda»
(toepassingsbeschrijving).
Ter ondersteuning van de inbedrijfstelling is optioneel de
managementafstandsbediening «SendoPro 868-A» of de ins-
tallatieafstandsbediening «the Senda P» verkrijgbaar. Met de
«SendoPro 868-A» kunnen parameters worden opgevraagd,
aangepast en geoptimaliseerd. Met de «theSenda P» kunnen
de parameters alleen worden aangepast.
De afstandsbedieningen dienen dan als instelhulpmiddel. Met
de afstandsbediening kunnen een aantal te wijzigen para-
meters worden aangepast (zie hoofdstuk «Parameters via
afstandsbediening»). Door stuurcommando's via de afstands-
bediening kan de reactie tijdens het bedrijf worden gewijzigd.
2. Programmeermodus
De programmeermodus kan met de programmeerknop
aan de achterkant van de aanwezigheidsmelder of zonder
demontage van de aanwezigheidsmelder met behulp van de
managementafstandsbediening «SendoPro 868-A» of de ins-
tallatieafstandsbediening «theSenda P» worden geactiveerd.
Toets programmeermodus
Mechanische veiligheidsvergrendeling
3. Apparaat in de toestand bij levering zetten
De aanwezigheidsmelder wordt met een basisinstelling gele-
verd. Deze basisinstelling kan weer worden hersteld.
Activeren
Beschrijving
Powerup
De programmeerknop tijdens het bij-
schakelen van de busspanning ingedrukt
houden.
4. Bedrijfstoestand
theRonda P360 KNX kent 3 bedrijfstoestanden
•
• Test aanwezigheid
Normaal
5. Inschakelgedrag
Na het bijschakelen van de busspanning of downloaden van
de parameters door de ETS doorloopt de melder eerst de
opstartfase van 30 s, waarna hij overschakelt naar de normale
bedrijfstoestand. Een LED geeft de huidige toestand weer.
1. Opstartfase (30 s)
•
De LED knippert elke seconde.
•Test licht
•
Schakelen: Uitgangen licht zenden lichtsterkteonafhankelijk
een AAN-telegram
•
Constante lichtregeling: regeling niet-actief, de verlichting
wordt tot het maximum gedimd (waardetelegram max.
regelwaarde).
•
Bij afwezigheid of onvoldoende lichtsterkte wordt na 30 s een
UIT-telegram gezonden (licht UIT).
2. Bedrijfstoestand Normaal
•
De melder is klaar voor gebruik (LED UIT).
3. Bij storing
•
De LED knippert snel
•
Voor het verhelpen van storingen zie hoofdstuk «Verhel-
pen van storingen»
8. Parameters via afstandsbediening
Ter ondersteuning van de inbedrijfstelling en van service-
werkzaamheden kunnen de volgende parameters met de
afstandsbediening worden opgevraagd of gewijzigd:
Parameters
Beschrijving
Gewenste
Waardebereik
lichtsterkte C1
in lux
Alternatieve
Waardebereik
gewenste
in lux
lichtsterkte C1
Gemeten
Luxmeter-
lichtsterkte C1
lichtsterkte
in lux
Werkelijke
Gemeten
lichtsterkte C1
lichtsterkte
in lux
Nalooptijd
Waardebe-
licht
reiken in
seconden/
minuten
Detectiegevo-
Waardebereik
eligheid (PIR)
in trappen
Met de managementafstandsbediening "SendoPro 868-A"
kunnen parameters worden opgevraagd doordat de waarden
trapsgewijs naar de melder worden gezonden. Is de gezonden
waarde lager dan de ingestelde parameter, dan gaat de LED
kort branden. Is de gezonden waarde gelijk aan of hoger dan
de ingestelde parameter, dan knippert de LED 2 seconden.
Door het aanpassen van de parameters worden de instellin-
gen in de ETS niet gewijzigd.
Opvraag-
Te
Te
baar
wijzigen
wijzigen
SendoPro
SendoPro
theSenda
P
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
4